In de naaste omstreken en op den weg naar Leiden heeft
men de tuinen der bloemisten en het Haarlemmerhout.
De bloemen zijn door gansch Europa beroemd en een
groot vak van handel. In het laatst van April en in 't begin
van Mei leveren de zorgvuldig overdekte Hyacinthen-
bedden en de prachtige Tulpen, Jonquillen, Aurikulas en
Narcissen een overheerlijk gezigt op. Het Hout, niette
genstaande het eigenlijk wel eene veel te kleine opper
vlakte beslaat, en te zeer met een menigte andere dingen
doormengd is, om den naam van bosch te kunnen dra
gen, maakt toch onbetwistbaar op eiken Duitscher eene
behagelijke uitwerking, te meer omdat juist die vreemde
dingen, ettelijke van hooge boomen omringde weiden,
een aantal tuinen en buitenplaatsen, eenige herbergen
en het zoogenaamde Paviljoen voor het oog alles behal
ve onaangenaam zijn. De tuinen, gelijk ook in 't alge
meen al het groen rondom Haarlem, steken geweldig af
bij dat wat men anders algemeen in Holland aantreft. Het
is niet meer dat ongelijke, donkerachtige, fleschgroene,
dat zooveel op zwarte zeep gelijkt, (die overigens ver
moedelijk daarom in Holland ook groene zeep genoemd
wordt), maar dat gelijkvormige, heldere, lagchende
groen, dat voor het oog zoo weldadig is, en onze dalen
als het ware overdekt met een fluweelen tapijt. Een we
zenlijk genot voor ons Duitschers is het, na eene lang
durige scheiding dat groen eens wederte zien, ofschoon
het dan ook dat zachte, dat verkwikkende niet is, waar
mede onze bergen of de Zwitsersche Alpen zijn bedekt.
De herbergen maken het Haarlemmerhout vooral op
Zon- en Feestdagen zeer levendig, en worden zoowel
door reizigers als door Amsterdammers druk bezocht.
Men heeft vandaar het gezigt vlak op het Paviljoen. Dit is
een gebouw, 't welk de vermaarde bankier Hope liet
oprigten, en is een van die weinige in Holland, waarvan
men in waarheid zeggen kan, dat het meer of min met
smaak is aangelegd. Lodewijk vond dit ook, en kocht het
in 1808 van genoemden heer Hope. Even als hij Soestdijk
wilde bezitten en in orde gebragt hebben, toen hij te
Utrecht resideerde, even zoo moest hij thans ook dit
bezitten, nu hij zijne residentie naar Amsterdam had
overgeplaatst; want Zijne Majesteit was in den Haag
daaraan gewoon geworden, waar hij het huis in 't Bosch
tot een zomerverblijf had. Door hem werd het huis van
Hope in het Haarlemmerhout verdoopt. Het moest een
deftiger, meer met de koninklijke waardigheid overeen-
komstigen naam dragen, en ten bewijze dat zulk een
huis vooreen koning, gelijk hij was, slechts eene kleinig-
95