Cornelis Elout (1714-1779) noord doeken in aardse zaken zijn weerspiegeld. Op dezelfde wijze zijn 'handel' en architectuur' afgebeeld (nrs. 2 en 3). De voorstellingen zijn omkaderd door een geschil derde lijst die bekroond wordt door een Griekse vaas, waar vanuit een slinger van eikeblad aan weerszijden over de lijst afhangt. De onderkant van de omlijsting wordt gevormd door een geschilderd entrelac-motief'7'. Tegenover het schoorsteenstuk hing het doek met een vrouwenfiguur in een gebogen, halfronde nis, op de zelfde wijze omlijst als de andere schilderingen. Het schoorsteenstuk is ook 'en grisaille' geschilderd en stelt een vrouwenfiguur voor, omgeven door drie putti en verschillende attributen. In haar rechterhand houdt zij een papier met de tekst 'Opes Fluxae Ars Perpetua'. In hoeverre staan nu de voorstellingen op het geschil derd behang in relatie tot de opdrachtgever? Vooral het motto op het schoorsteenstuk 'Opes Fluxae Ars Perpetua', 'rijkdom is vergankelijk, kunst is eeuwig', doet een relatie tussen kunst en het bezit van de op drachtgever vermoeden. Voor we de behangsels afzon derlijk zullen beschrijven en verklaren, is daarom een reconstructie van Elouts reilen en zeilen op zijn plaats. We beginnen bij de vader van de opdrachtgever, Corne lis Elout, die in 1714 te Haarlem werd geboren als zoon van de kaarsenmaker Jacob Elout en Aafje Akersloot'8'. 100 5.gezicht II. vruchtbaarheid 6.gehoor Plattegrond van de kamer met geschilderd behang, reconstructie van de plaats der doeken en de plafondthema's. (Tekening: A.P. Marselje) water vuur I co o O 4.smaak I.vergankelijkheid 3 gevoel zuid

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1984 | | pagina 102