Hij werd op 7 augustus 1738 als ijzerkramer in het gilde ingeschreven. Een handschrift over 'Schilders en Lief hebbers van de Schilderkunst, die heeden in november 1755 in leeven sijn' vertelt ons iets over zijn nevenactivi teiten: 'is een groot liefhebber van de tekenkunst en besit een fraije liefhebbereij van prenten en tekeningen. Hij heeft bij Frans Decker leere teekenen en doet het selve ook voor plijsier'(9). Zijn vrouw vond hij ook in de artistieke kringen, want Maria Dom van Wijnants (1705-1759), met wie hij in 1738 trouwde, werd op 9 oktober 1725 als kunstschilderes in het Haarlemse St. Lucasgilde ingeschreven*10'. Van bei den is, zover mij bekend, geen werk bewaard gebleven. Na het huwelijk stond zijn vrouw voortaan ook als ijzer kraamster te boek. Hun zaak aan de Oude Groenmarkt was in 1695 door haar vader gekocht. En al is de familie relatie niet duidelijk, de toevoeging van Van Wijnants achter Maria Doms naam is misschien afkomstig van Pieter van Wijnants, een ijzerkramer uit de eerste helft van de 18e eeuw te Haarlem, die in het St. Lucasgilde verschillende bestuursfuncties vervulde*11). Het is min der speculatief om te veronderstellen dat de jonge brui degom Cornelis Elout in de zaak van zijn schoonvader kwam, van wie hij het gespreide bedje in 1747 over nam*12). Elouts belangstelling voor de teken- en schilderkunst blijkt ook uit een rekest aan het Haarlemse stadsbe stuur: in december 1771 was hij één van de onderteke naars om tot de oprichting van een tekenacademie te komen*13'. Van 1772 tot zijn dood in 1779 was hij hono rair lid van deze academie, die inderdaad werd opge richt. Waarschijnlijk vanwege zijn grote kunstverzame ling en natuurkundige interesses benoemde Pieter Teyler van der Hulst hem in zijn testament van 1756 naast de vijf directeuren van de uit zijn nalatenschap te vormen stichting als boekhouder op een jaarlijks tracte- ment van 1000 gulden*14'. Tevens werd hij door de erf later aangewezen als lid van Teylers Tweede Genoot schap. Daarnaast was Elout ook regent van het Arme- kinderhuis, dat later met het Burgerweeshuis fuseerde. Een goede indruk van zijn kunstverzameling krijgen we door de catalogus van zijn 62 schilderijen, 338 tekenin gen, 566 prenten, negen gebonden kunstboeken, een collectie schelpen en 32 rariteiten die op 4 en 5 april 1780 door Vincent Jansz. van der Vinne op het Prinsen hof werd verkocht*15'. Op 3 november 1779 was Cornelis Elout overleden, toen reeds 20 jaar weduwnaar. In 1764, 101

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1984 | | pagina 103