Alle huizen moesten worden verkocht en de inboedel werd geveild op het Prinsenhof. Dit laatste is voor de onderzoeker een gelukkige bijkomstigheid om een idee te krijgen van Elouts bezittingen die mogelijk iets over zijn verzamelgebied of interesses zeggen. Op 25 sep tember 1804 kwam de inventaris onder de hamer en twee dagen later apart het goud- en zilverwerk. Beide inventarissen*28' wijzen op een bescheiden kunstcollec tie, zeker niet zo uitgebreid als die van zijn vader: 35 schilderijen waaronder 'met knipsels, boerengezel schap, pourtraitten, varken, wintertje, landschap, koeien, boerin die melkt, landschap met schapen en beeld, meeremin, keuken, viswijf, boer, kasteel en schaapen, watergezichten, bloemen', etc. Verder drie prenten, tien tekeningen, vier landkaarten, een porte feuille met tekeningen en één met muziek. De inventaris bestond vervolgens uit vier pleisterbeelden, twee was sen beeldjes, een koker met tekengereedschap, een 'vertoningkas en prenten', een toverlantaarn met plaat jes, een goudgewicht, een brandglas en een weerglas (barometer). Zijn natuurkundige interesse blijkt uit de aanwezigheid van een kompas, gradenboog, astrola bium (sterre- of poolshoogtemeter) en een planetarium (toestel dat de loop van de planeten om de zon bewe gend voorstelt). Uit de rekening en verantwoording van de insolvente boedel van Alida JohannaTelvooren blijkt dat haarzoon Pieter Fiers reeds in het bezit was van boeken en enkele instrumenten. Het huis aan de Oude Groenmarkt, 'weleer geweest drie aparte huizen met de opstand van een ijzerwinkel' werd op 31 augustus 1804 verkocht aan Cornells Brouwer Bosch, zoon van de bekende Haarlemse arts dr. Willem Brouwer Bosch*29'. In hoeverre de schilderijen, tekeningen en instrumen ten uit de collectie van zijn vader stammen, is niet be kend*30'. Van één schilderij weten we echter zeker dat het in het ouderlijk huis heeft gehangen, namelijk de afbeelding van de reeds genoemde 'meeremin', die in 1403 in de Purmermeer werd gevangen en die in Haar lem overleden zou zijn. Het schilderij wordt afgebeeld door Aernout Vosmaer in zijn 'Beschrijving van de zoo genaamde Meermin der Stad Haarlem'*31'. Hieruit cite ren we het volgende: 'Verscheidene Jaaren geleeden, bragt mijne geduurzame verplichtende Vriend, de Hee- re B. Vriends (genoeg bekend door zijne kennis in de Natuurlijke Historie, en deszelfs rijke Kabinet-verzame- 105

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1984 | | pagina 107