ling van Uitheemscheen Inlandsche Vogelen en Gekor- vene Diertjes), mijn in kennis met den kunst- en weeten- schapminnende Heere C. Elout, koopman te Haarlem. Deeze, voor eenige jaaren overleeden, vertoonde mij een zeer oud schilderstuk der zoogenaamde Meermin van Haarlem, benevens eenige daar toe betrekkelijke door hem gemaakte aantekeningen. Mij erinnerende alle de twijfelingen en onzekerheden des aangaande, gaf ik mijn verlangen te kennen, hem aanspoorende om die ontdekking zijnen Stad- en Landgenooten meedete- deelen. Dan de dood, de eindpaal van alle onze bedrij ven, belettede 's Mans voorneemen. Tot deeze volvoe ring hebben heden deszelfsZoonen, de Heer J.N. Elout, koopman, en de Wel.Ed. Gestrenge Heer P.C. C.P.) Elout, Raad in de Vroedschap der Stad Haarlem, mij in staat gesteld, door de overlevering der Aanteekeningen enz., van derzelver Vader'32', van welken ik mijne Leese- ren nu verslag zal doen.' Het schilderij werd in 1804 aan een zekere Brakenburg verkocht; de huidige verblijf plaats is niet bekend. Na de geschetste levens zullen we nu trachten de voor stellingen op het behangsel te verklaren. Iconografie Een kunstenaar die zich toelegde op het schilderen van allegorische voorstellingen kon in de 18e eeuw putten uit een aantal iconografische en kunsttheoretische handboeken. Voor het construeren van allegorieën was de Iconologica van de Italiaanse humanist Cesare Ripa (1593) heel populair, vooral door de Nederlandse verta ling door Dirk Pz. Pers uit 1644 en de 18e-eeuwse be werking van Hubert Korneliszoon Poot (1750)'33'. Ge rard de Lairesse behandelde in zijn Groot Schilderboek (1707) vooral de compositorische opbouw van de schil deringen binnen een vertrek'34'. De invloed van deze werken op thematiek en compositie is erg groot ge- weest'35', maar na de eerste helft van de 18e eeuw ko men de kunstenaars tot een vrijere interpretatie. De behangselschilderingen krijgen een meer decoratieve waarde en de programma's, de vier elementen, de vier jaargetijden en de vijf zintuigen worden niet altijd meer compleet uitgevoerd. Dit geldt ook voor het behangsel van Elout: vier zintuigen zijn duidelijk te herkennen, terwijl de reuk ontbreekt. Daarvoor in de plaats treffen we de koophandel en de bouwkunst aan, waarvan de laatste voorstelling geen duidelijke relatie met de op drachtgever heeft. Ook het allegorische schoorsteen stuk is niet aan de hand van Ripa of zijn Nederlandse 106

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1984 | | pagina 108