123 m (24) Nalatenschap Maria Ham 6025,-, GAH, Stadsarchief, kast 13 ;n nr. 552 f. 124v (collaterale successie). (25) Teyler 1778-1978, a.w. (noot 14), p.216. e- (26) Nalatenschap Jacob Nicolaas Elout 9400,-, GAH Stadsarchief, in kast 13 nr. 554 f. 20 (collaterale successie), il- (27) GAH, RA, nr. 90-145 (insolvente boedels): Rekening en verant- Jn woording van den insolventen boedel van A.J. Telvooren, laatst l.) weduwe van J.N. Elout, geslooten 14 September 1805. Hierin ook a, de namen van de kopers en de prijzen. 's (28) GAH, Stadsarchief, kast 31 nr. 282 (register van verkopingen bij executie), d.d. 25 t/m 27-9-1804. 0, (29) GAH, RA, nr. 76-149 (transportregister) d.d. 31-8-1804. Curato ren van de insolvente boedel waren de op 10 april aangestelde te Jacob Scholting, Engbert Huijgens en Benedictus Fredericus van Hoogstraten. (30) Het is niet gelukt de inventarissen van het nagelaten bezit van d. zijn broer, C.P. Elout, en zuster, D. Elout, te achterhalen. Ook bij s- de scheiding van het vaderlijk bezit in 1780 (GAH, Notarieel Archief, nr. 1277-56, beneden 12.000), is er geen sprake van zijn m kunstcollectie, zijn nalatenschap wordt slechts in drie gelijke se porties verdeeld. (31) a. vosmaerBeschrijving van de zoogenaamde Meermin der Stad ïg Haarlem, etc., in: Verh. Holl. Mij der Weetenschappen, 23 (1786). Zie uitvoerig over dit onderwerp: b.c. sliggers, De meermin van i: Edam, in: Meerminnen en meermannen van Duinkerke tot Sylt in (1977), pp. 63-73. er (32) Deze 'aantekeningen' bestaan uit elf brieven van o.a. J.F. Mar tinet en P. Hofstede aan Cornelis Elout. Deze bevinden zich in de :n Universiteitsbibliotheek te Leiden (nr. BPL 246). Hierover ver- ig schijnt te zijner tijd een apart artikel. n, (33) c. ripa, Iconologica (Rome 1593); Nederlandse vertaling door s; dirk pz. pers, Iconologie ofte Uytbeeldinghe des Verstands (Am- :n sterdam 1644); h.k. poot, Het Groot Natuur-en Zedekundigh We- n, relttoneel of Woordenboek van meer dan 1200 aeloude Egipti- 't sche, Griekse en Romeinsche Zinnebeelden of Beeldenspraek, 3 te dln. (Delft 1713-1750). Ie (34) g. de lairesse, Groot Schilderboek, 2 dln. (Amsterdam 1707). (35) Zie o.a. j.g. lamoree e.a., De ideologie van een stadsregering. Het 3, 18e-eeuwse allegorische decoratieprogramma van het Goese stadhuis, in: Bull. KNOB, 83 (1984) pp. 197-200. er (36) Dit doek vertoont grote overeenkomst met St. Pieter, ook in een halfronde nis, geschilderd door J. Andriessen in 1774, in het al voorportaal van de regentenkamer van het Binnengasthuis te ie Amsterdam (d. de moulin e.a., Vier eeuwen Amsterdams Binnen- s, gasthuis (Wormer 1981) afb. op p. 157). (37) Over de 18e-eeuwse opticaspiegels: c.j. kaldenbach, De optica, a- een leerzaam kijkvermaak, in: De Boekenwereld, 1 nr. 2 (1985) pp.3-12. Je (38) g.l.'e. turner, Van Marum's Scientific Instruments in Teylers Mu seum, Descriptive Catalogue, dl. II, in: Martinus van Marum Life m and Work, IV (1973) p.298 nr.267. (39) Mogelijk een model zoals afgebeeld in g.l. e. turner, a.w. (noot 38), p. 311 nr. 280. Zowel een microscoop als een elektriseerma- vs chine komen ook voor op een schilderij door Isaac Lodewijk de la n- Fargue: Portretgroep van de Leidse Natuur- en plantkundige e- Laurens Th. Gronovius met zijn kinderen (1775), Stedelijk Mu seum de Lakenhal, Leiden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1984 | | pagina 125