de hofjesbesturen zelf opbrengen? Om in dit woud van
problemen met enige kans van slagen te kunnen hande
len, ontstaat de gedachte van een samenwerking tussen
de gemeente en de gezamenlijke hofjes. Op een bijeen
komst op 24 oktober 1972 van de gemeente met de
regenten van alle Haarlemse hofjes, onder voorzitter
schap van de toenmalige burgemeester, mr. dr. L. de
Gou, wordt hiervoor de basis gelegd. De aanwezigen
constateren dat 'deze bijeenkomst historisch gezien
uniek mag worden genoemd, omdat nooit eerder alle
hofjesbestuurders bij elkaar zijn geweest ter bespre
king van gemeenschappelijke belangen'.
Vervolgens gaat een werkgroep onder leiding van de
gemeentesecretaris mr. J.N. Meijsing, zelf ook bestuur
der van een hofje in Haarlem, aan de slag om deze
inzichten uit te werken. De andere leden zijn de heren
Th. Hoog, E.D. Haitsma Muiier, R.J. Stuart en C.W.D.
Vrijland. Deze 'hofjesregenten van het eerste uur der
samenwerking' zullen allemaal personen zijn, die ook
nog lang na de oprichting van de stichting nauw betrok
ken zijn bij het functioneren.
De werkgroep komt, een beetje naar Leiden maar vooral
toch naar Haarlem zelf kijkend, met de aanbeveling om
een stichting op te richten om de samenwerking tussen
de Haarlemse hofjes gestalte te geven. Hiernaast toont
de werkgroep zich bijzonder geïnteresseerd in de om
vang van de bouwkundige problematiek bij de hofjes.
Een eerste inventarisatie, die door de afdeling Monu
mentenzorg van het gemeentelijk bedrijf voor Openba
re Werken in de loop van 1973 wordt voltooid, moet
immers het eerste werkterrein van de op te richten
stichting gaan vormen. Na een aantal bijenkomsten met
alle hofjesbesturen wordt de doelstelling van de stich
ting geformuleerd, en wel als volgt: de onderschei-
delijke colleges van regenten, bestuurders of beheer
ders van een hofje behulpzaam te zijn en desgevraagd
te vertegenwoordigen bij hun acties tot instandhouding
van de in Haarlem gevestigde hofjes als woongelegen
heid voor personen als bedoeld in de desbetreffende
statuten of testamenten en als waardevol element in het
stadsbeeld, alsmede bij de verzorging van de in de hof
jes wonende personen, alles in de ruimste zin des
woords'.
In de volgende zinsnede wordt het karakter van
het samenwerkingsverband der stichting getypeerd:
zulks met dien verstande, dat met betrekking tot
een hofje in het bijzonder generlei actie of werkzaam-