1980 de Zilveren Anjer, in 1984 het Erekruis van de Huisorde van Oranje en Commandeur in de Orde van Oranje Nassau. Onderscheidingen, die hem grote vreugde en voldoening gaven, want ijdelheid was hem niet vreemd. Hij kende zichzelf goed, ook deze kleine zwakheid, die men hem gaarne gunde, want veel be langrijker was voor ieder die met hem in aanraking kwam het door hem nagestreefde aloude begrip van de honnête homme. Zijn grote gevoel voor humor, de zin tot relativeren en een brede levensopvatting deden niet verwonderen dat de wortels van zijn voorgeslacht in de Zuidelijke Nederlanden lagen. Het onderhouden van vriendschap stond bij hem hoog in het vaandel. Wie zich eens zijn vriend kon noemen, bleef hij trouw. Hij stond dan klaar met raad en daad waar en wanneer dat nodig bleek. Zelfs in de laatste voor hem zo afmattende periode van zijn leven, toen de slepende ziekte zijn fysieke krachten sloopte, bleef hij met de grootste aandacht ieder volgen die hem na was. In werklust en plichtsbesef was hij voor velen een voor beeld. Zelfs op zijn ziekbed bleef hij werken tot het ogenblik, dat de Heer hem tot zich nam. 17 juni 1912 16 mei 1984 Op 16 mei 1984 overleed in Amsterdam de beeldhouwer Wessel Couzijn, directeur van de Stichting Ateliers '63 te Haarlem, op de leeftijd van 71 jaar. Couzijn werd geboren op 17 juni 1912 in Amsterdam en ging op tweejarige leeftijd met zijn moeder mee naar Amerika, waar zijn vader reeds vertoefde. Op driejarige leeftijd werd hij getroffen door kinderverlamming, waarmee hij vier jaar in een New Yorks ziekenhuis lag en waar hij een blijvende lichamelijke handicap van over hield. Na zijn schooltijd zocht hij een baan en bezocht hij een avondklasse tekenen en schilderen van de Arts Students Leage, waaraan onder anderen Zadkine als docent verbonden was. Op zijn 18e kwam hij terug naar Nederland om aan de Rijksacademie zijn opleiding te vervolgen. Daar werd hij door Bronner geïnspireerd om te gaan beeldhouwen. In 1936 won hij de Prix de Rome en werkte daarna in Rome en Parijs. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij terug in Amerika, waar hij in een administratieve functie bij de K.N.S.M. werkte. In 1946 kwam Couzijn op uitnodiging van Hammacher (vanaf 1947 directeur van het museum Kröller Müller) terug naar Nederland en vestigde zich in Amsterdam. 213 WESSEL COUZIJN L. DEGOU

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1984 | | pagina 215