ateliers, waarmee ook ongeveer het maximum aantal deelnemers kan worden geplaatst, terwijl men maxi maal twee jaar kan deelnemen. Elk jaar kan dus slechts hoogstens een tiental worden toegelaten. Ondanks de grote aanmelding (tussen de 150 en 200 per jaar) wordt bij de strenge selectie van ingeleverd werk dat aantal van tien soms nauwelijks gehaald. Bill Couzijn, zoals hij door zijn vrienden en collega's genoemd werd, is met een enkele tussenpoze al die jaren als begeleider werkzaam gebleven, waarvan de laatste zeven jaren als part-time directeur. Een kleine man, gehandicapt door de gevolgen van kinderverlam ming, heeft hij met grote wilskracht zijn lichamelijke tekortkomingen moeten overwinnen. Daardoor stelde hij ook aan de deelnemers hoge eisen. Hij kon met grote beslistheid en een zekere hardheid en sarcasme optre den. Maar hij kon ook ontwapenend en meeslepend lachen en was in de grond van de zaak een alleraardigst en gevoelig mens. Deze beide karaktertrekken komen ook in zijn werk tot uiting. Naast grote, van kracht getuigende beelden (bij voorbeeld de sculptuur Belichaamde Eenheid voor het gebouw van Unilever in Rotterdam) staan zijn tekenin gen, die getuigen van gevoeligheid en emotionaliteit. Bill had een nonconformistische, anarchistische geest en daarom had hij geen boodschap aan autoriteiten. Hij ging recht op zijn doel af en bereikte wat hem voor ogen stond. De algemene erkenning van zijn kundigheid ver leende hem een grote mate van onafhankelijkheid en integriteit. Dat tekende hem ook als directeur van de Ateliers. Een bestuur van de stichting was formeel nodig, maar feite lijk beschouwde hij dat bestuur als een noodzakelijk kwaad, ofschoon hij zeer erkentelijk was voor de be langstelling, die aanwezig was. Op wat aarzelende wij ze, alsof hij het net bedacht had, placht hij op de verga deringen de besluiten mee te delen, die, tevoren al be kokstoofd met het ministerie (waarmee hij uitstekende relaties had), door hem waren genomen en verwachtte niet anders dan dat die door bestuursbesluiten be krachtigd zouden worden. Wat dan ook vrijwel altijd gebeurde. Een van onze grootste beeldhouwers was Bill Couzijn, een zeer bescheiden mens. dat was hij ook voor de Ateliers. Hij vond het niet nodig aan de weg te timmeren en hij vond, dat kwaliteit eerst bewezen en veroverd 215

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1984 | | pagina 217