bedevaartplaats als Heiloo is Haarlem nooit geworden. Daarvoor was de aantrekkingskracht van Heiloo in de provincie te groot. Evenwel, de oorlog zorgde voor een tijdelijke sterke opleving. Gedreven door hongersnood en oorlogsgeweld werd de Mariakapel een regionaal cultusoord. Dit hield stand tot in de jaren zestig. Terwijl andere bedevaartplaatsen direct na de Tweede Wereld oorlog op hun retour waren, kreeg de verering in Haar lem nieuwe impulsen. We moeten daarbij denken aan het Mariajaar 1954 en de inval in Hongarije, ter gelegen heid waarvan de stille omgang werd ingesteld en een broederschap werd opgericht. In de jaren zestig en ze ventig keerde de verering in zichzelf en werd voorname- lijk in stand gehouden door de leden van de Vrienden kring en trouwe Haarlemse katholieken. Sinds enige tijd neemt de belangstelling echter weer toe. Op de laatste zondag van mei in 1983 kon men zelfs een honderdvijf tigtal deelnemers aan de stille omgang tellen. 42 In de vroege ochtend trekt de stille omgang over de Grote Markt, 29 mei 1983. Foto: P.J. Margry. NOTEN (1) Zie M. CARASSO-KOK, Repertorium van verhalende historische bronnen uit de middeleeuwen (Den Haag 1981), nr. 302. (2) Zie C. DE BOER, Carmelieten-kloosters in Nederland voor de her vorming, in: Bijdragen voor de Geschiedenis van het Bisdom Haarlem, 34 (1912), pp. 195-196; p.A. henderikx, De oudste bedelordekloosters in het graafschap Holland en Zeeland (Dor-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1984 | | pagina 44