2. de naam van de gedaagde, soms aangevuld met leef tijd, burgerlijke staat, woonplaats en verblijfplaats tijdens het proces (bijvoorbeeld in arrest of voort vluchtig); 3. een toelichting op de overtreding of het misdrijf, met verwijzing naar de betrokken wetgeving; 4. het requisitoir; 5. het vonnis, in veel gevallen met een uitvoerige deli beratie. Bij enkele zaken volgt vermelding van de uitvoering van het vonnis, of de veroordeelde ge goed is of niet en eventuele strafvermindering. Vanaf 1746, met de invoering van een 'provisioneel re- glement'(4) werd in toenemende mate volstaan met een schriftelijke eis, wat betekent dat belangrijke informatie van die zaken ontbreekt. De commissarisregisters, aanwezig van 1741 t/m 1806 (inv. nr. 107-1 t/m 107-6), bevatten gelukkig vaak aan vullende gegevens. De inhoud van de registers loopt uiteen, maar betreft voornamelijk (uitgebreide) verho ren en getuigenverklaringen; beschikkingen aangaan de gijzeling voorlopige hechtenis) of compositie schikking); processenverbaal van in beslag geno men smokkelwaar en machtigingen om die smokkel waar te verkopen of uit te delen aan de zieken en armen van Haarlem; eedsafleggingen; reglementen enzo voorts. Geheel in tegenstelling tot ons huidige belastingstelsel, met zijn nadruk op directe belastingen (loon- en inkom stenbelasting), viel in de achttiende eeuw de nadruk op de indirecte belasting of accijnzen. Deze keuze was geen vrijwillige, maar werd afgedwongen door omstan digheden. Men beschikte ten tijde van de invoering van het stelsel (eind zestiende eeuw) namelijk niet over de mankrachten de techniek om het ingewikkelde systeem van directe belastingen in te voeren, en de indirecte belastingen hadden het voordeel, dat ze snel en een voudig te innen waren. Een belangrijk nadeel was ech ter dat die belastingen vooral geheven werden op de dagelijkse levensbehoeften als brood, vlees, boter en zovoorts. De prijsverhogingen, die hier het gevolg van waren, drukten vooral op het inkomen van de minder draagkrachtigen; de welgestelden van wie het inkomen vrijwel onberoerd bleef, hoefden er niets om te laten. De door mij onderzochte zaken beslaan de periode 1740-1794. In dit tijdvak kwamen 148 zaken voor bij de schepencommissarissen: 79 uit de periode 1740-1748, 47

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1984 | | pagina 49