handspaak ontlopen. Na een achtervolging over het IJ
werden ze uiteindelijk bij Zaandam aangehouden en
ging hun schip aan de ketting. Toch wisten de gebroe
ders te ontkomen en pas op 15 juli volgde, na een op
sporingsbericht, hun arrestatie, in Amsterdam. Bij hun
verhoor bleven ze al het ten laste gelegde halsstarrig
ontkennen. Wat hen uiteindelijk gered heeft wordt niet
duidelijk, maar op 26 augustus 1751 ontzeggen sche
pencommissarissen van Haarlem de eis van Daniel de
Dieu, baljuw van Blois(11>.
Zoals hieruit blijkt gebeurde het wel dat overtreders
trachtten degenen die hen betrapten met geweld van
het lijf te houden. Deze vorm van verzet kwam echter
nauwelijks voor, afgezien van wat kleine incidenten zo
als het uitstorten van een emmer water over het perso
neel van de pachter vanuit een molenraampje, door de
werkster van een molenaar'12). Maar in het algemeen
lieten overtreders zich gelaten inrekenen door de dien
ders van de pachters.
Eén belangrijke uitzondering hierop vormt het optreden
van Jan Jonkers (of Jan Vreysse), geboren te Bergeik,
oud circa 30 jaar. Toen hij op 23 maart 1746 een zak met
levensmiddelen van een schip, afgemeerd bij de Waag
aan het Spaarne, wilde afhalen, had hij al een aardige
slok op. Dat maakte hem blijkbaar zo overmoedig, dat
hij, met een stel kameraden, het controlerend personeel
van de pachter te lijf ging. Voor de ogen van de toege
stroomde Haarlemmers ontrolde zich een vechtpartij,
waarbij het niet zachtzinnig toeging.
De onderschout, in gevecht met een zekere Heyn Bar-
tels, sloeg zijn degen stuk op het hoofd van zijn tegen
stander, juist op het moment dat een personeelslid van
de pachter te hulp wilde snellen. Dat was niet naar de zin
van Jonkers, die de man aan zijn jas achterovertrok,
waarop diens hoed en pruik in het rond vlogen. Hiermee
voorlopig tevreden gesteld, gingen Jonkers en zijn
maats een herberg binnen, om even later terug te ko
men, gewapend met stokken en furieus schreeuwend
"wij zullen jou nu wel anders leeren" Dan, op
het zien van een pistool dat de onderschout uit zijn zak
haalde en waarmee hij dreigde te schieten, renden ze
weer snel het huis binnen. Een aantal andere mannen
maakte van de verwarring gebruik om snel goederen
van het schip te halen, uiteraard zonder belasting te
betalen.
Jonkers werd veroordeeld tot zes jaar werkhuis en zes
jaar verbanning. In augustus 1747 kreeg hij een jaar
51