Het porto voor de brieven die de afgevaardigden in Den
Haag ontvingen was ook steeds voor rekening van de
stad gekomen en door de omvang van hun particuliere
correspondentie was dat aardig in de papieren gaan
lopen. Alle brieven voor de afgevaardigden moesten
voortaan aan de pensionaris worden gezonden, die de
porti betaalde. Zo was er wat meer controle.
In het stadslogement kwam iedere morgen een barbier
langs die een contract met de stad had om de heren
voor 60,- per jaar te komen scheren. Thuis in Haarlem
zouden zij natuurlijk zelf hun kapper hebben moeten
betalen, zodat er geen enkele reden was om dat in Den
Haag voor rekening van de stad te laten doen.
Op het stadslogement zelf viel ook heel wat te bezuini
gen. Achter het huis was een bloementuin, waarvoor
regelmatig een tuinman moest komen om die te onder
houden. Voorgesteld werd om de tuin te vervangen
door een grasmat, waarop dan ook nog de was zou
kunnen worden gebleekt. Zo konden de tuinmanskos-
ten worden uitgespaard, maar dat ging de vroedschap
toch te ver. De bloementuin bleef, maar er moest wel
naar een goedkopere tuinman worden omgezien.
Het logement werd beheerd door een kastelein. Zijn
salaris was erop berekend dat een deel van de huishou
delijke uitgaven, zoals vervanging van de inventaris of
de kosten van water en vuur, daaruit zouden kunnen
worden betaald. Maar de kastelein, die een inhalig man
lijkt te zijn geweest, had in de loop der tijd kans gezien
allerlei zaken toch bij de stad in rekening te brengen,
waardoor hij meer van zijn salaris overhield dan de
bedoeling was geweest. Zo declareerde hij breukgelden
(kosten van gebroken glaswerk en dergelijke) en vuren
op de kamers van afgevaardigden die er niet waren. Op
zulke punten ging nu weer gelet worden.
Het logement kende ook bedienden. Zij kregen ieder
kwartaal een flinke fooi, die aan de kastelein werd uitge
reikt om aan de bedienden door te geven. De kastelein
'vergat' dat echter steeds een betaalde de bedienden
alleen hun salaris. Dat deed de reputatie van de Haar
lemse afvaardiging geen goed en daarom zouden de
fooien voortaan direct aan de bedienden worden uitbe
taald. Men hoopte dat zij dan ook bereid zouden zijn om
de straat te vegen en water te halen, zodat de stad af was
van de uitgaven vooreen straatvegeren een waterhaler.
De Haagse dienaren van de justitie hadden steeds met
Nieuwjaar op een fooi kunnen rekenen. Van hun dien
sten werd echter nooit gebruik gemaakt zodat de fooi