leder jaar reisde een delegatie uit de vroedschap naar de Prins om hem een nominatie voor te leggen voor de benoeming van vier burgemeesters en zeven schepe nen. Die tocht kostte per jaar ruim 150,-. Het rapport stelde voor om die brief in het vervolg maar met een bode mee te geven, maar dat ging de vroed schap te ver. De brief zou nu aan de Prins worden overhandigd door vroedschapsleden die toch toevallig in Den Haag waren. De leden van de vroedschap ontvingen geen salaris. Zij kregen een presentiegeld in de vorm van een zilveren vroedschapspenning, die men in geld kon laten omzet ten. Wanneer een vroedschap echter in een extra kwali teit een vergadering bijwoonde, zoals bijvoorbeeld de thesaurier bij het afhoren van zijn eigen thesauriersre kening, dan kreeg hij er een extra vroedschapspenning bij. Het voorstel was om dit gebruik bijna helemaal af te schaffen, maar de vroedschap nam een nog verder gaand besluit. Vroedschapspenningen zouden voort aan alleen nog worden uitgedeeld als er een speciale vergadering was uitgeschreven en dan nog alleen aan de aanwezige vroedschapsleden. Andere uitkeringen, zoals het zogenaamde mantelgeld, een uitkering die in de plaats was gekomen van de handschoenen en stads- kleding die stadsfunctionarissen sinds de middel eeuwen al ontvingen, werden gehandhaafd. De stad Haarlem had, evenals tegenwoordig, een groot aantal functionarissen in dienst. Volgens het rapport kon een deel van hun werk best worden geprivatiseerd. Men wilde geen mensen ontslaan maar stelde zich voor om een aantal functies te laten uitsterven, door bij over lijden van bepaalde overheidsdienaren geen nieuwe te benoemen. Dit was niet uit louter menslievendheid. De Haarlemse burgemeesters benoemden bij toerbeurt al lerlei functionarissen en verwierven zich daardoor een hele kring van mensen waar zij van op aan konden. Die band konden zij niet zo maar verbreken. Zo had de stad een man benoemd die ervoor moest zorgen dat de Turfmarkt iedere dag werd schoonge veegd. Hij verdiende hiermee 36,- per jaar. Maar om dat het eigenlijk steeds de leden van hetTurfdragersgil- de waren die de Turfmarkt vuil maakten, kon men hen ook verantwoordelijk stellen voor het schoonhouden van de Turfmarkt. De functie van veger van de Turfmarkt kon dus worden afgeschaft. Zo was er ook de functie 62

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1984 | | pagina 64