zwanenhok naar een stadssingel te verplaatsen en de tuin dan te verhuren, maar zover kwam het niet. In plaats daarvan werd afgesproken dat de pluimgraaf voortaan zelf voor het onderhoud van zijn tuin zou zorgen. Veel andere tuinen bevonden zich in de Nieuwstad, de noordelijke uitbreiding van Haarlem. In dit vrijwel onbe bouwde stadsdeel had Haarlem tuinen in huur uitgege ven voor 4 a 5 stuivers per roede, onverschillig waar die tuinen lagen. Zo was er eigenlijk ongelijkheid gekomen, want de tuinen langs het Spaarne hadden een veel mooier uitzicht dan de andere. Daarom werd besloten de huur van de gunstig gelegen tuinen te verhogen tot 8 stuivers en de overige tot 6 stuivers per roede. Ten noorden van Haarlem had de stad in vroeger jaren de heerlijkheid Schoterbosch en het huis Ter Kleef aange kocht. Het herenhuis van Schoterbosch en het huis Ter Kleef moesten nu door de stad worden onderhouden. Uit de overweging'dat particulieren zulke huizen veel goedkoper konden onderhouden dan de overheid, leek het raadzaam om deze huizen van de hand te doen, mits de heerlijke rechten maar bij de stad bleven. In principe zouden ook de kosten van het onderhoud van de Jan Gijzenvaart en zijn vele bruggen voor vermindering in aanmerking kunnen komen. De vaart werd vooral ge bruikt door de Amsterdamse schippers, die dus voor de kosten van het onderhoud zouden kunnen opdraaien. Het vervelende was alleen dat schippers geen belang hadden bij bruggen en die misschien zouden verwaar lozen. Omdat die bruggen in de wegen naar Alkmaar en Noord-Holland lagen, besloot men uit veiligheidsover wegingen het onderhoud van de Jan Gijzenvaart toch maar aan de stad te houden. De tekorten zouden wor den gedekt door huurverhogingen van het vletterijhuis- je en de acht vletten. Het stadsbestuur zag ook uit naar verhoging van de inkomsten. Een voorname bron van inkomsten van de stad was de verkoop van lijfrenten. Burgers betaalden aan de stad een som gelds en ontvingen daarvoor hun leven lang jaarlijks een uitkering. Als de bezitters van lijfrenten vroeg stierven, was het voordeel van de trans actie bij de stad; als zij oud werden lag het net anders om. Door deze manier van financieren kwamen er zo in ieder geval grote bedragen bij de stad binnen. De lijfren ten waren zeer in trek en daarom werd voorgesteld de verkoop daarvan uitte breiden doorzowel aan inwoners van Haarlem als aan anderen toe te staan, het bedrag 66

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1984 | | pagina 68