vast te stellen (mogelijk 13de of 14de eeuw op grond van
de omringende vondsten), het is ook een probleem om
iets over hun functie te zeggen. De paaltjes zijn te dun en
staan te ver uit elkaar, tot zo'n 20 centimeter, om als on
derdeel van de fundering van een zware 13de- of 14de-
eeuwse muur gediend te hebben. Door het ontbreken van
het bovenwerk kan geen conclusie getrokken worden of
hier een stenen dan wel een houten opbouw op rustte.
Voor een steigertje zitten de paaltjes te hoog in het pro
fiel en ze zijn te licht om deel uit te maken van een kade
constructie. Een erfafscheiding is eveneens niet mogelijk
omdat ze daarvoor weer te dicht op elkaar staan. Zouden
de paaltjes iets te maken kunnen hebben met de wel erg
slappe insteekvulling? In dit stadium is een afdoend ant
woord nog niet mogelijk.
Op de hoek van de Gravinnesteeg en de Kleine Hout
straat zou, volgens mondelinge mededeling van dr. J.
Kort, verbonden aan het Algemeen Rijksarchief te 's-
Gravenhage, in de 14de eeuw het stenen huis gestaan
hebben van Justine de Gouwe, gehuwd met de Burggraaf
van Leiden (vandaar de naam Gravinnesteeg). Enkele ge
vonden bakstenen kloppen dan wat datering betreft.
Merkwaardig is, dat in een latere fase, op exact dezelfde
plek, alleen wat hoger, een nieuwe fundering gelegd
werd. Er bestaat echter geen enkel verband met de huidi
ge percelering. Duidelijkheid in deze kwestie kan slechts
verkregen worden wanneer er in de onmiddellijke omge
ving bodemkundig onderzoek verricht kan worden.
De tweede fase van het archeologisch onderzoek werd af
gesloten met slechts één concreet feit: een beerput die in
de 14de en 15de eeuw in gebruik geweest is.
Fase m, Kleine Houtstraat
41a, 1984
De derde fase van het archeologisch onderzoek liep van
23 november tot en met 3 december ^84 en vond plaats
in het achter het woonhuis gelegen binnenplaatsje dat
eveneens grenst aan de achterkant van het pand Gravin
nesteeg 1.
Fase 1 moest in extreme haast uitgevoerd worden, fase II
kon in alle rust plaatsvinden en fase m lag hier precies
tussenin: geen haast maar toch opschieten.
Het binnenplaatsje (circa 4,3 x 5,1 meter), de geijkte plek
waar in de 16de en 17de eeuw de bij het woonhuis beho
rende beerput gebouwd werd, werd gesondeerd waarbij
de verwachte beerput (Bp 11) al snel gelokaliseerd werd.
De koepel van de bijna centraal op het binnenplaatsje ge
legen put was vrijwel geheel intact.
De beerput was, zoals gebruikelijk, als stapelput met
143