l.h.m. quant Stichting Diogenes Haarlem
Het is stil geweest rondom Diogenes de laatste jaren, al
thans op het gebied van de restauraties waar het tenslotte
om te doen is. Een aantal factoren is daarop van invloed
geweest.
Zo bracht het zich wijzigende overheidsbeleid (o.a. de
centralisatie van het monumentenbeleid, veranderde sub
sidienormen) onzekerheid over de mogelijkheden van een
particuliere stichting als Diogenes. Ook het meer dan
voorheen in eigen beheer restaureren van monumenten
panden door de gemeente Haarlem in het kader van
werkverruimende maatregelen verkleinde de kansen van
de stichting om ook haar graantje mee te pikken.
Anderzijds echter eisten de positie van Diogenes en het
intern functioneren de nodige aandacht. Het monumen-
tenbezit, 46 woningen en twee kantoren, vergt een grote
beheersinspanning van het bestuur, vooral van secretaris
en penningmeester en van enkelen buiten het bestuur, die
daarbij door de jaren heen vrijwel belangeloos hun on
misbare steun verlenen.
Veel tijd en energie dienden te worden geïnvesteerd in het
stabiliseren van de financiële positie van Diogenes. De
gedurende een aantal jaren zorgwekkende hoge rente, de
belangrijkste uitgavenpost, kon niet volledig worden ge
compenseerd door middel van huurverhogingen. Daar
naast werd ook Diogenes, thans 17 jaar oud, geconfron
teerd met het adagium, dat men er met restaureren als zo
danig niet is, maar dat van het begin af aan ruime voor
zieningen voor groot onderhoud getroffen dienen te wor
den.
Met voldoening kan worden geconstateerd, dat de
beoogde stabiliteit in het financiële reilen en zeilen werd
bereikt en dat zulks resulteerde in het verstrekken van
een gemeentegarantie door het gemeentebestuur van
Haarlem.
177