derveete van Frederik van Eeden gesneden heeft. Het
spel werd indertijd in de stadsschouwburg in Amsterdam
opgevoerd. Ook in de beide grote schimmenspelen De
reizen en avonturen van meneer Prikkebeen uit 1924 en
Don Quichote uit i923-'25 - de belangrijkste werken van
Van Gelder op dit gebied - bleef het expressionisme na
werken.
Pieter heeft op deze schimmentijd altijd kunnen terug
zien als op een bijzonder succesvolle en romantische pe
riode van zijn leven. Hij kon tevreden zijn, want hij had
'naam' gemaakt. Maar hij moest ook van het werk kun
nen bestaan en dat was in die jaren voor kunstenaars - en
vooral voor jonge kunstenaars - uiterst moeilijk. Finan
ciële steun van de overheid kregen ze te weinig of in het
geheel niet. Zij moesten voor zichzelf zorgen en hierdoor
lag het voor de hand dat Pieter zich steeds meer ging toe
leggen op toegepaste kunst, die betere verkoopmogelijk
heden had. Hij bezat darbij het merkwaardige artistieke
talent, dat hij van bijna waardeloos - of zelfs totaal
waardeloos - materiaal dingen kon maken, die voor
kunstzinnige kopers aantrekkelijk waren. Dat konden
sieraden zijn, maar ook - zoals men ze indertijd omslach
tig noemde - esthetisch uitgevoerde gebruiksvoorwerpen.
Maar wat hij ook maakte, het had altijd iets aparts, iets
persoonlijks en als je dan zag waaruit dat allemaal was
samengesteld, dan stond je werkelijk paf, want dat wa
ren dan - om uit die veelheid een greep te doen stukjes
hout, bosjes riet, eindjes touw, rolletjes koord en band,
weefsels, lint, ijzerdraad, kurk, papier, karton behang,
hoorn, veren, korenhalmen, knopen, pitten en schelpen.
Het wonderlijke was bovendien, dat alles wat hij uit die
warwinkel te voorschijn toverde, niet alleen amusant,
maar ook goed van kwaliteit was.
Terugkerend tot Pieters levensverhaal dient vermeld te
worden, dat hij na zijn periode in de Meester Lottelaan
een atelier had aan de Kampersingel en zich vervolgens
vestigde aan de Oude Groenmarkt. Kort daarop opende
zijn vriendin Willy van den Broek, in een winkelpand aan
de voet van de oude Sint Bavo, een moderne kunstnijver-
heidszaak: de Muurbloem. Dat gebeurde in 1930 en het
zou een grote verandering in beider leven brengen. Zij
hadden geluk, want van het begin af ondervonden zij
veel waardering. Dat was eigenlijk geen wonder, want de
voorwerpen waarmee ze voor de dag kwamen waren ex
clusief. Men herkende er de hand van Pieter in en dat was
altijd een plezierige gewaarwording. Maar, omdat er die
jaren een opleving in de kunstnijverheid was en ze 'bij de