COREEN
GLAUDEMANS
De Haarlemse kweekschool voor
onderwijzeressen1)
Inleiding
...de belangen der
toekomstige vrouw.
In de negentiende eeuw nam de behoefte aan geschoold
personeel in Nederland toe. Beter onderwijs werd gesti
muleerd om het tekort aan geschoolde arbeidskrachten
op te vangen. Het was noodzakelijk dat er meer onder
wijsgevenden zouden worden opgeleid. Liberalen, die het
onderwijs wilden laten functioneren ten dienste van de
sociale mobiliteit, namen concrete maatregelen. Op ini
tiatief van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen
werd reeds in 1796 besloten tot oprichting van de eerste
kweekschool voor onderwijzers te Haarlem, welke oplei
ding in 1821 werd vervangen door de rijkskweekschool.
Opleidingen, die specifiek op de beroepsvorming van
vrouwen waren gericht, waren vóór 1870 vrijwel onbe
kend in Nederland, dit gold ook voor de kweekscholen.
Voor meisjes bestond alleen de mogelijkheid tot oplei
ding aan particuliere scholen. De onderwijswet van 1857
betekende een formele gelijkstelling van de onderwijzer
en onderwijzeres. In de praktijk betekende dit dat er
slechts een tweede rijkskweekschool voor onderwijzers
werd opgericht. Opnieuw was het Nut de instelling die
met initiatieven kwam, vier jaar na deze onderwijswet
werd in Arnhem de eerste kweekschool tot opleiding van
onderwijzeressen geopend. De behoefte aan deze vorm
van onderwijs bleek zo groot, dat de leden van ditzelfde
Nut in 1868 de stap deden om ook in Haarlem een
kweekschool voor onderwijzeressen op te richten.
Op de bestuursvergadering van het Departement Haar
lem van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen van
4 april 1868 werd door de secretaris dr. C.G. von Reeken
voor het eerst het denkbeeld geopperd om een onderwij-
zeressenopleiding op te zetten. Von Reeken en andere
voormannen van het Haarlemse Nut lieten zich tijdens de
oprichtingsperikelen niet afschrikken door anti-feminis
tische geluiden, ook als zij zich geconfronteerd zagen met
mensen, die eufemistisch uitgedrukt de vrouw met een
opleiding geen warm hart toedroegen. De bewaard geble-
WÊÊÊtÊÊH^KÊIÊtÊÊÊKÊBKÊÊKtÊKÊÊtÊKKÊÊBÊÊÊÊÊlÊÊÊItÊK^K^KÊÊÊÊÊÊÊIÊÊKÊÊÊÊÊ^^ÊBÊÊÊÊÊÊImlÊÊÊÊÊ
M
19