Het Haarlemse kweekschoolbestuur besloot dan ook be
zwaren bij de minister in te dienen. Het mocht niet baten.
Toen bleek dat er in 1883 een wetswijziging aanhangig
was, werden de klachten herhaald:
...Allen, die niet haar geheele leven op den laagsten trap
van het onderwijs willen blijven staan, gaan nu zich
zoo spoedig mogelijk toeleggen op het verkrijgen der
hoofdakte. Die akte is echter niet het ware doel van haar
streven, want bij de tegenwoordige richting van het on
derwijs zijn er voor vrouwen zóó weinig plaatsen als
hoofd eener school, dat daarin hare toekomst niet ligt;
haar einddoel blijft veeleer het examen in levende talen,
want de bevoegdheid om daarin onderwijs te geven biedt
velen de gelegenheid aan om eene goede betrekking als
onderwijzeres te verkrijgen
Het komt ons voor dat bij het vorderen van de hoofdakte
ook van meisjes, vóórdat zij tot het examen in talen wor
den toegelaten, uit het oog heeft verloren, dat aan het
hoofd van bijna alle scholen mannen staan. De man
vindt in zijn hoofdakte eene toekomst en een bestaan; de
vrouw niet; zij wordt alleen door den drang der wet tot
het examen voor hoofdonderwijzeres gebracht, en inder
daad wordt aan de vrouw een onrecht aangedaan door
van haar een zwaar examen te vorderen, dat geen prakti
sche voordeelen oplevert I9)
In 1884 werd de bezwarende hoofdaktebepaling uiteinde
lijk geschrapt. Ter verkrijging van akten in de vreemde
talen werd het bezit van de akte van hoofdonderwijzeres
niet meer verplicht gesteld, maar alleen die van onderwij
zeres. Er kwam in Haarlem een afzonderlijke avondcur
sus voor het onderwijs in de vreemde talen. Tevens zou in
het laatste leerjaar van de kweekschool extra aandacht
aan talen worden gegeven voor leerlingen, die van plan
waren hun studie in de vreemde talen voort te zetten.20» In
1889 zag het schoolbestuur uit bezuinigingsoverwegingen
zich echter genoodzaakt de totale cursus op te heffen.
De hoofdakte-opleiding Het mes sneed aan twee kanten. De onderwijswet van
1878 bleek enerzijds zeer nadelig voor het vreemde talen
onderwijs aan de kweekschool, maar werkte anderzijds
stimulerend ten aanzien van de lust bij vrouwen om een
hoofdakte te behalen.
Vanaf de oprichting van de kweekschool hadden zich
meisjes aangemeld, die wensten te worden opgeleid voor
het examen van hoofdonderwijzeres. Aanvankelijk be
lastte de directrice zich met de begeleiding van deze on
derwijzeressen, toen het aantal kandidaten sterk toenam
besloot het bestuur tot de oprichting van een afzonderlij-
30