denis van het pand, waarin zij niet alleen een groot
deel van haar leven heeft doorgebracht maar ook is
geboren, de eerste stap naar het gemeente-archief ge
zet alwaar, zoals zij zelf in haar verslag schrijft, een
nieuwe wereld voor haar openging.
Met de hulp van medewerkers van het archief ontslo
ten zich voor de ogen van mevrouw T. Vroegh-de Haan
bijna vier eeuwen geschiedenis, die in de start betrek
king hadden op de panden Zijlstraat 96-100, maar
waarvan zij uiteraard alleen die van nr. 100 voor haar
rekening nam en die van nr. 98 zodra er sprake was
van een gecombineerd eigendom.
Uit de rekening van de rentmeester van de geestelijke
goederen uit 1592 blijkt dat de eigenaren van de pan
den die grenzen aan 't Pand (zijstraat van de Zijlstraat
naast de Lieven de Keyvleugel van het stadhuis) elk
een stukje grond kopen dat aan de achterzijde aansluit
aan hun perceel en dat oorspronkelijk hoorde aan het
convent van de Predikheren. Opgravingen van enkele
jaren geleden hebben de theorie bevestigd dat zich in
de grond nog de restanten van de fundamenten bevin
den van de kloosterkerk, die zich voor die tijd hier
heeft bevonden en waarvan een deel van de buiten
muur nog altijd zichtbaar is aan de Pand-zijde van de
kloostergangen. Op nr. 100 woont in die tijd Frans
Grebber en zijn buurman van nr. 98 is Jan Harmens-
zoon, die dit pand op 20 januari 1593 van Ponciaen
IJsbrantszoon heeft gekocht, en vervolgens in 1606
ook nr. 100 verwerft.
In haar rapportage van het onderzoek maakt mevrouw
Vroegh melding van een hypothese dat deze Jan Har-
menszoon nr. 100 heeft laten afbreken en het huis met
de huidige gevel heeft laten bouwen; jammer genoeg
is er tijdens de restauratiewerkzaamheden geen bouw
historisch onderzoek aan het pand verricht waardoor
deze hypothese niet verder onderbouwd kan worden.
Met tussenpozen van ca. 30 jaar gaat het pand vervol
gens in andere handen over:
1628 - Pieter Wouterszoon Buttinga
ï653 - Catharina Dammes van der Horn, weduwe
van Jacobus Buttinga
1687 - Johannes Soudaan
1718 - Jan Masuur (vleeshouwer) gehuwd met Maria
de Ridder
1739 - Maria de Ridder hertrouwt met Joachim Ro-
des, eveneens vleeshouwer
1742 - Joachim Rodes wordt na het overlijden van
Maria de Ridder eigenaar
201