wel twee uur gaans naar de kerk van Haarlem om hair
sacramenten te moeten haelen, hair doden begraven
ende hair kinderkens kerstenen etc. Het is nog drin
gender als zij bij nachte hair sacramenten moeten hae
len als de poorten gesloten zijn ende de scamele luy-
den eenich ongeval subitelicken over den hals compt;
want overmits de grote distantie noch binnen tsjaers
eenige zonder hair sacramenten gestorven zijn. Men
belooft vagelijk een eerlicke ende tamelicke recognitie
(periodieke betaling). Nu komt er wèl een antwoord,
waarin de secretaris van de bisschop zegt dat zo iets
wel eerder is gebeurd als van Bieselinge ende ter Ca-
pelle in Zeelant, die nyet alleen die sacrificiën der
missen ofte dagelicxe diensten aldaer deden cele
breren, mer oick die sacramenten administreren der
siecken ende crancken, doende ter contrarie wederom-
me zekere recognitie maar men gaat niet verder
op de toch wel zeer praktische problemen in en verwijst
naar zijn capelaen ofte denghenen aldaer in zijn stede
die die dienste bewaerde-kennelijk weet men in
Utrecht nauwelijks, wie er bij betrokken zijn maar
die recognitie, daar kan nog wel eens over worden ge
praat, en tot slot wordt nog eens duidelijk gestipuleerd:
U.L. moeg oick optie jaerlicxe recognitie zijn bedenc-
ken hebben, so sijn Hoogwaardige seyt, dat hij wel
vier cappellanen dairop te houden heeft omme zijn
cure (zielzorg) wel bewaert te houden. Mijn altijt ver
schrijvende van sulcke recognitie ende wat de buyren
dairvan sjaers souden willen doen. Verdere correspon
dentie ontbreekt: men zal in Heemstede de lust daartoe
wel verloren hebben.
Maar het morele recht van Heemstede zou wel erkend
worden: de nieuwbenoemde bisschop van Haarlem
Godfried van Mierlo stelt in 1571, dus dertien jaar
later, een aantal vragen aan het stadsbestuur, waar
onder of men de kapellen in Zandvoort, Spaarndam,
Heemstede enz. tot parochiën zou maken.
Dat ging ook al niet door wegens de Opstand in 1572
en het beleg van Haarlem. Aan dat beleg herinnert
het opschrift in de huidige kerk van Heemstede: In de
jaaren vijftienhondert drie en seventig in de maand
junie is de oude kerck gedistrueert. Dat is de enige
vermelding van de datum van dit feit en we weten niet
eens, welke partij, Geuzen of Spanjaarden, het op haar
geweten heeft. Maar wel is er een afbeelding bewaard
van de vernielde kerk. Bij een latere verkoop van de
heerlijkheid is een kaart gemaakt van het dorp, waarop