n niet mijn stem en mijn adem te gebruikentot onschatbaar
:anze profijt voor mijn gansche doceerloopbaan [v.w.. i, 28].
<n het Af en toe kreeg toch een potentiële onruststoker de
gelegenheid om zijn kans te grijpen en volgde er nablij-
cwam ven op de vrije woensdagmiddag:
jonge Nu heb ik het in den laatsten tijd erg druk, met preparee
nvan- ren, corrigeeren enz., op 't oogenblik zit ik met twee
twee snoode knapen in het schoollocaal, waar ze hedenmorgen
ingen gomelastiek op de kachel hebben gelegd, waarvoor ze nu
;erste bij schoonen Woensdagmiddag terug moeten komen om
e be- te schrijven (aan zijn ouders, 19 november 1897).
Het viel dus af en toe kennelijk toch niet mee in
dezelfde brief stortte hij zijn hart uit:
iet de Het gaat mij goed; slapen en eten doe ik met virtuositeit;
'e uw op de school is het een levendige, doch gansch niet wan
de nu hopige strijd om het gezag. Naar ik hoor, laat de directeur
\oeid- zich zeer gunstig over V. Eldik en mij uit. Maar het rechte
Ik het is het toch nog niet. Verleden week werd het mij wat
nu al machtig, toen begon het mij wat te irriteeren, maar nu
maar heb ik weer met vernieuwde kracht aangepakt. Het blijft
gaat; een groote inspanning altijd, en niet steeds met even veel
:ag te succes.
ieeste Het doceren bleef een wisselvallige aangelegenheid; op
s, die 9 maart 1899, toen hij toch al 2% jaar ervaring had,
die schreef hij naar huis:
dat En op school vind ik ook bij uren de grootste wisseling,
meest dan doceer ik weer heel goed, en dan kan ik er weer niets
vend. van, en houd niet de minste orde. Alles tezamen genomen,
f Van weet ik nu zoo langzamerhand wel, dat ik voor leeraar
't, dat nu eigenlijk niet geknipt bent, het prikkelbaar en impres-
Deze sionabel wezen en vooral het gebrek aan bevelskracht en
zou consequentie bederft voor een goed deel overige geschikt-
?aan, heden. Maar het is wel vol te houden toch, vooral als ik
e dag wat geduld te baat neem.
ig; er Zijn onderwijs bestond uit het dicteren van een korte
illen, tekst, die dan mondeling werd toegelicht: Als ik te dictee
eren, ren sta: dubbel punt, nieuwe regel, want zoo moet het
■bben wel, voel ik mij erg vulgair, maar om 12 uur troost
mij dan weer het idee: nu heb ik weer 3,verdiend
(september 1897). Volgens De Kanter werden alle moei-
elijk- lijke woorden en eigennamen op het bord geschreven,
ende al wil dat natuurlijk niet zeggen dat alle namen ook
r vrij foutloos in de schriftjes kwamen. Het is hoogst bijzonder
:t dat dat een enkel schriftje bewaard is gebleven en wel van
erin- H. van der Steur, die in september 1901 bij Huizinga in
rgen: de klas kwam.13)
eerde Een tweetal cahiers bevat de dictaten die Huizinga voor-
101