guren als Anthony Fokker18) die de school voortijdig verliet en daar blijkens zijn herinneringen in de feest krant van het zestigjarig bestaan van de school in 1924 zeer trots op was—en P. Smidt van Gelder, van de bekende papierfabriek in Velsen, moeten ook van Hui- zinga geschiedenis hebben gekregen. Aan de geschie denisdocent werden hoge eisen gesteld om de leerlin gen—die meer aandacht hadden voor natuurweten schappen en voetballen—voor zijn vak te interesseren, Wat niet kapot kon was Huizinga's tekentalent, daarover zijn de oud-leerlingen het eens. Van Dijk herinnert zich: Het gebeurde feilloos en zonder haperen; met grote snel heid bewoog het krijtje zich, zonder noemenswaard te worden opgelicht, over het schoolbord en de figuren wer den als het ware uit het zwart voor onze verbijsterde ogen geboren, mannetjes en vrouwtjes in de juiste klederdrach ten van hun tijd, omgeven door gebouwen in bijbehorende stijlen. Zijn kennelijk grondige kennis van die kledij en bouwtranten was al een wonder op zichzelf9) De Kanter geeft ons dezelfde informatie: Op den laatsten dag voor een vacantie vormden de illus traties een bijzonder festijn. Het geheele bordvlak werd dan in beslag genomen en een frappante episode ver scheen in vlugge, sierlijke lijnen en strepen. Met een verbazend gemak gehoorzaamde de teekenende hand aan het bevel van weer te geven, wat in den helderen geest aan eigen voorstelling van de gegeven situatie leefde.20) Ook Huizinga zelf noemde zijn tekentalent: Mijn sterkste troef speelde ik alleen uit in de laatste les vóór een vacan tie, wanneer ik taferelen op het bord teekende, waarvan het succes altijd verzekerd was [v.w. 1, 29]. Een enkele keer werd zo'n bordschets gefotografeerd! Fietstochten Wat deed rond 1900 een kamerbewoner in Haarlem in zijn vrije tijd? De heren konden lid worden van een van beide sociëteiten, die keurig op religieuze grondslag waren georganiseerd, een katholieke en een protestant se. Huizinga, van huis uit doopsgezind, was van 1898 tot 1902 lid van de eerbiedwaardige Broederschap 'Trou moet blijcken', in zijn tijd nog gehuisvest aan de Grote Markt.21) Een van zijn voornaamste vrije tijds-bestedin- gen was toch wel het maken van fietstochten, hetzij alleen, hetzij met collega's van school of kennissen van de sociëteit in de nabije en verder gelegen omgeving. Het bezit van een fiets met rubberen banden—Van Dijk herinnert zich dat rubber toen nog guttapercha werd genoemd—was toen nog luxe. De fietstochten warende 104

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1987 | | pagina 106