Maagden, bij zijn afwezigheid vervangen door Cornelis
Arentz (1552-1613) die hem in 1602 ook definitief op
volgde. De gemeenschap breidde zich onder deze geeste
lijke leiding snel uit. Nieuwe Maagden zochten ook zo
veel mogelijk hun intrek in de door gangen met elkaar
verbonden achterhuisjes en woninkjes in 'den Hoeck'
om daar ongestoord de katholieke religie te kunnen
uitoefenen.
Ze hadden geen kloostergelofte afgelegd, maar wel een
belofte van zuiverheid (kuisheid) en van gehoorzaam
heid aan hun overste, terwijl ze in hun dagelijkse leven
matigheid nastreefden in eten en drinken en sobere
ingetogenheid ten aanzien van hun kleding. Ze hielden
er een op het kloosterleven geïnspireerde dagorde op
na, waarin gebed, meditatie en handarbeid centraal ston
den.
Voorzijde kazuifel bestemd voor
apostolisch vicaris Boudewijn
Catz. Afkomstig uit St. Bernar-
dus in den Hoeck.
Noord Nederland (Haarlem),
tweede helft 17de eeuw. Rijksmu
seum Het Catharijneconvent,
BMH t I2ga.
10