die uitvoeringen de muziektent niet voorbij rijden, maar
moest bij de wissel in het bos blijven staan.
In 1896 kon men per stoomtram van het Kennemerplein
naar Beverwijk rijden en het jaar daarop naar Alkmaar.
Het jaar 1899 was voor Haarlem belangrijk door de
opening van de lijnen der Eerste Nederlandsche Electri-
sche Trammaatschappij (enet): de Ceintuurbaan te
Haarlem en de lijn naar Zandvoort. De Ceintuurbaan
liep door de Wilhelminastraat, waar in de nabijheid vele
scholen gelegen waren zoals de opleidingsschool voor
jongens onder leiding van H.M. Hubregtse, de oplei
dingsschool voor meisjes, de fröbelschool, de 5-jarige
hbs en de 3-jarige hbs met aansluitende handelsschool.
Ze gingen alle tegelijk om 12 uur uit en dan was het een
drukte van belang, vooral op regenachtige dagen. De
kleine wagens van de Ceintuurbaan konden deze drukte
niet verwerken en dan werd een speciale schooltram
ingezet, lopende van de brug over de Nieuwe Gracht tot
de Kleine Houtweg tegenover het huis van Jac. van
Looy. Hiervoor kon nog een lange, niet verbouwde
motorwagen van de Zandvoortlijn worden benut. Voor
scholieren bestonden knipkaarten, voor 1,50 voor 60
ritten, dus 2:/2 cent per rit. Als er 40 kinderen in de
schooltram zaten (en stonden) bracht dat één gulden op,
waarschijnlijk nauwelijks genoeg voor extra personeels-
uren en de remiseritten van en naar de Leidse Vaart.
Een andere bijzondere prestatie werd geleverd na afloop
van de concerten van de Haarlemse Bachvereniging in
de grote zaal van de sociëteit Vereniging, thans het
concertgebouw. De wagens van de lokaaldienst Amster-
dam-Sloterwijk keerden na de avondspits terug naar de
remise aan de Leidse Vaart, maar werden op concert
avonden eerst naar het Klokhuisplein gedirigeerd, dat
dan vol tramwagens kwam te staan. Er waren trams voor
de richting Haarlemmerhoutpark en Florapark, andere
voor Kenaupark en Koninginneweg en doorgaande
trams naar Kleverpark en Bloemendaal. In de twintiger
jaren werd één der remiseritten vanaf Zandvoort benut
om de tram vanaf de Leidse Vaart te laten doorrijden
via Tempeliersstraat en Kleine Houtweg naar het Klok
huisplein. Dit heette de Bachtram.
De tramlijn naar Zandvoort moest de spoorlijn tussen
Haarlem en Leiden kruisen. De hsm wilde begrijpe
lijk—geen gelijkvloerse kruising maar eiste een viaduct,
dat echter zo hoog moest zijn dat daaronder de bovenlei
ding van een te elektrificeren spoorweg kon worden
aangebracht. Waren er in 1899 dan al plannen voor de
123