aanleg van elektrische spoorwegen? In Zuid-Holland
was de Zuid-Hollandsche Electrische Spoorweg Maat
schappij (zhesm) opgericht, die een lijn van Rotterdam
naar Den Haag en Schevingen tot stand wilde brengen.
Maar ook in Noord-Holland waren er plannen. De in
Amsterdam opgerichte Hollandsche Electrische Spoor
weg Maatschappij (hesm) wilde een lijn aanleggen van
het station Weesperpoort via Sloten en Vijfhuizen naar
Haarlem, waar het eindpunt zou komen op het open
terrein voor het Paviljoen, het huidige Provinciehuis. De
hsm zag natuurlijk ongaarne dat moderne spoorwegen
zouden worden aangelegd parallel aan haar lijn Rotter
dam-Den Haag en Haarlem-Amsterdam. Zij wist door
aankoop van de nog niet uitgegeven aandelen de zeggen
schap over beide ondernemingen in handen te krijgen
en kon de oorspronkelijke plannen zodanig wijzigen dat
deze beter in de strategie van de spoorwegmaatschappij
pasten. Dit betekende voor Haarlem dat de lijn vanaf
Vijfhuizen langs het werkplaatsterrein naar het in 1908
vernieuwde spoorwegstation geleid werd. Aan de con
cessievoorwaarden voor de elektrische spoorweg was
inmiddels de aanleg van een net stoomtramwegen door
en rond de Haarlemmermeer verbonden. De hsm haastte
zich niet met de uitvoering van dit voor haar weinig
aanlokkelijke plan, vooral toen een derde gegadigde
voor de verbinding Haarlem-Amsterdam zich aandien
de. In december 1902 was, gedeeltelijk met Amerikaans
geld, de Electrische Spoorweg Maatschappij (esm) opge
richt, die in 1904 de exploitatie der bestaande ENET-lijnen
overnam en haar eigen lijn in exploitatie nam. Een
unicum voor een interlokale verbinding was de 10-rai-
nutendienst. Het aantal van 34 motorwagens was zelfs
voldoende om 's zomers, op drukke zondagen, een 5-
minutendienst tussen Amsterdam en Zandvoort te rij
den.
Tenslotte werd de hesm van haar verplichting tot aanleg
van een elektrische spoorweg ontheven, terwijl de
stoomtramlijnen zouden worden uitgevoerd als lokaal
spoorwegen. In 1912 kwam het eerste stuk gereed. Tus
sen Haarlem en Vijfhuizen kwam bij de kruising met de
Amsterdamse straatweg een halte, Rijksstraatweg. De
architectuur van haltegebouw en dienstwoning hebben
hier, maar ook op vele andere plaatsen in en rond de
Haarlemmermeer het aanzien van het landschap een
fraaie aanvulling gegeven. In 1927, bij de elektrificatie
van de lijn Amsterdam-Rotterdam, heeft men tenslotte
van het hoge tramviaduct profijt gehad.