ook
ngh-
hen
aster
it de
n de
IR. W.B.J. POLMAN
EN
DRS. J.B. UITTEN-
HOUT
Monumentenzorg Haarlem
et de
ïoste
laat-
Op
idigl
898.
riffis
cert-
ver-
geen
:a in
echts
wde
van
deze
van
eres-
ggen
!um-
ilijk,
rder
anse
Alle foto's, tenzij anders
vermeld, Monumenten
zorg Haarlem, sectie
Bouwhistorie, Jos Fiel-
mich
De optimistische toonzetting van het Jaarverslag 1986
kan in dit verslag voortgezet worden; veel gebeurtenis
sen van dit jaar hebben niet nagelaten de belangstelling
voor de Monumentenzorg te prikkelen en uit te breiden.
In de bereidheid van eigenaren van monumenten- en
beeldbepalende panden om 'iets' aan hun eigendom te
doen is dit weer terug te vinden; ook de gemeente
Haarlem heeft zich bij het herstel van haar monumentale
eigendommen bepaald niet onbetuigd gelaten.
Door een aantal ontwikkelingen dreigt echter de aan
dacht teveel op nevenaspecten van de Monumentenzorg
te vallen en te weinig op het hoofddoel, namelijk het
behoud en herstel van het cultureel erfgoed. Regel
geving, subsidieperikelen, procedures etc. bepalen meer
dan ooit het overleg met instanties en particulieren. De
aandacht voor bouwsporen en fragmenten, mogelijkhe
den van behoud van waardevolle onderdelen uit het
verleden en het integreren van oud en nieuw leggen het
af tegen kille cijfers en teruglopend vakmanschap.
Wanneer men de achtereenvolgende jaarverslagen in
de loop van het 31-jarig bestaan van Monumentenzorg
Haarlem met elkaar vergelijkt dan valt deze verschuiving
de aandachtige lezer onwillekeurig op en—spijtig ge
noeg—ziet het er niet naar uit dat daarin als gevolg van
de chronische personele onderbezetting en gebrek aan
middelen op korte termijn verandering komt; mogelijk
dat vrijwilligers, die zich in een aantal andere steden met
groot enthousiasme onder deskundige leiding hiervoor
inzetten, uitkomst kunnen bieden.
De schrijvers van dit jaarverslag staan open voor elke
suggestie (adres: Monumentenzorg Haarlem, Postbus
562, 2003 rn Haarlem).
Toch mogen nieuwe ontwikkelingen in de (landelijke)
Monumentenzorg hier niet onvermeld blijven, omdat
deze een niet onbelangrijke invloed hebben op het plaat
selijke gebeuren.
Zeer belangrijk is daarbij de komst van de nieuwe Mo-
139