a/d IJssel. In 1896 werd het gebouw met een verdieping verhoogd waarbij in hoofdzaak dezelfde constructie en bouwtrant werd aangehouden. Het complex is tot 1946 als broodfabriek in gebruik geweest. De eigenlijke bakkerij bevond zich gelijkvloers in een laag gebouw achter het gebouw aan de Bakenesser- gracht. Het bedrijf stond bekend om de geavanceerde technieken die toegepast werden. Reeds aan het begin van deze eeuw werkte men met een speciaal soort hete- luchtovens. Het gebouw aan de straatzijde deed dienst als graan- en meelpakhuis, terwijl daar ook een eigen maalderij was ondergebracht. Het transport van graan en meel naar de diverse vloerniveaus geschiedde door een systeem van hijsinstallaties en zogenaamde jacobs- ladders. De aandrijving ervan geschiedde oorspronkelijk door twee stoommachines. De functie van het gebouw maakte een sterke constructie noodzakelijk. De houten vloeren worden gedragen door zware houten balken op een systeem van gietijzeren kolommen. Ondanks wijzigingen ten gevolge van de veranderende bestem mingen van het gebouw is de oorspronkelijke constructie en indeling op de meeste plaatsen nog goed te herken nen. Gebouwen van dit type zijn betrekkelijk zeldzaam ge worden, terwijl het zeer aannemelijk is dat andere broodfabrieken van dit type vrijwel in ons land niet meer te vinden zijn. Dit Haarlemse fabrieksgebouw heeft dan ook naast de intrinsieke waarde als goed bewaard be drijfspand ook nog een grote zeldzaamheidswaarde als een der weinig bewaard gebleven ipde-eeuwse brood fabrieken van betekenis. Het is daardoor van meer dan plaatselijk belang. Mede door deze bijdrage van de wiek kon het behoud van het gebouw gestimuleerd worden. Momenteel wordt onderzocht of, met behoud van het exterieur, deze voor malige broodfabriek plaats kan bieden aan een aantal wooneenheden. Hergebruik gaat dan in dit geval voor sloop, hetgeen voor dit soort gebouwen is toe te juichen. Toekomstige gebruikers kunnen daar een extra graantje van mee pikken. Waar gehakt wordt vallen spaanders. Wie kent deze uitdrukking niet? De grootschalige nieuwbouw aan het Houtplein is daarvan een voorbeeld. Met name de pan den aan de Baan moesten het ontgelden. In augustus 1984 ontving de gemeente Haarlem een verzoek van FREDERIKSPARK 3-5 185

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1987 | | pagina 187