aan de firma B. Lans Co plaats. Er was bij de
overdracht nog slechts één beperkende voorwaarde
gesteld: de voorgevel van het monumentale pand moest
intact blijven. De nieuwe eigenaars hadden dus de
verplichting de voorgevel in oude staat te handhaven.
Waarschijnlijk is dit niet gebeurd zoals de bedoeling
was. De voorgevel is namelijk weliswaar gehandhaafd,
maar in 1888 zijn de voorste muren van de zijvleugels
van het gebouw, dat oorspronkelijk kruisvormig was,
op één lijn gezet met de voorgevel.
Omdat het huis Zwanenburg verkocht was, moest het
hoogheemraadschap naar een andere woning zoeken
voor de opzichter van Rijnland. Men besloot een nieuwe
opzichterswoning met kantoor en bergplaats te bouwen
tegenover de steenkolenbergplaats van het stoom
gemaal. Aan de andere zijde van de Haarlemmermeer
straat verschenen de opzichterswoning en nog drie ande
re personeelswoningen, die er alle tot op heden zijn
blijven staan.
Bartholomeus Lans had te zamen met Abraham Dudok
van Heel en Paul van Vlissingen een commanditaire
vennootschap opgericht. Lans trad op als besturend
vennoot en bracht onder meer 200 ha. grond aan het
Belgische kanaal van Luik in. Lans kreeg vrije inwoning
op Zwanenburg en was verplicht tijdens de campagne-
tijd op de fabriek aanwezig te zijn. Abraham Dudok
van Heel en Paul van Vlissingen leverden de machines
en brachten hun kennis in. Kort tevoren, op 19 oktober
1862, hadden beiden octrooi verkregen voor hun vin
ding om tot een verbeterde suikerbereiding uit bieten
te komen.
Begin april 1863 ontvingen burgemeester en wethouders
in Halfweg de mededeling van Lans over zijn aankoop
van het huis Zwanenburg en zijn plannen om dit huis
tot een suikerfabriek te verbouwen. Volgens de bepalin
gen van de hinderwet organiseerde het college op 23
april 1863 in het raadhuis een hoorzitting om de omwo
nenden de gelegenheid te geven hun bezwaren te uiten.
Dominee Matthes, Gijsbert Kuijk, de kleermaker Cor
nells van Nieuwmegen, de arts Carel van Merrebach,
de hotelhouder Didde van Hoogland en de tapper
Johannes Hooggreef - allen bewoners van huizen naast
of nabij de op te richten fabriek - werden opgeroepen.
Uit het proces-verbaal van de hoorzitting bleek dat
geen der aanwezigen bezwaren had.
In hetzelfde jaar werden de plannen gerealiseerd. Ruim
één jaar na de officiële oprichting ging op 11 september