Uit de hiervoor aangehaalde passages blijkt niet duide lijk of de klopjes de geappliqueerde figuren en scènes zelf vervaardigen of dat ze gebruik maakten van kant en klare produkten van professionele borduurwerkers en zich beperkten tot de meer eenvoudige versieringen zo als bloemen, vogels en bladranken. Voorzover de levensbeschrijvingen een oordeel hierom trent toelaten, lijkt het erop, dat enkele Maagden zeer bedreven waren in de borduurkunst, terwijl anderen alleen maar zeer ijverig waren. Aechtgen Cornelisdoch- ter van Veen was één van die Maagden die uitmuntte in de kunst van het borduurwerken. Zij kwam dan ook uit een artistieke familie. Haar broer Otto van Veen was een bekend kunstschilder en haar broer Gijsbert was graveur. Aechtgen gaf ook borduurles: 'T perdueren 't geen sij int leste van haer leeven soo niet conde doen omdat haer ghesigt begaf, heeft sij gedaen door andere leerende dien de cunst.l6) <v"v. H. Familie, Maria met een brei werkje. Anonieme gravure. In: Regels gegeven van onse seer Eerw. Heer Pastoor J. C. (Jo seph Cousebant, pastoor begijn hof 1662-1694). Niet alleen Maria Magdalena en Martha dienden als voorbeeld voor het 'innerlijke' en het 'wer kende' leven, ook de H. Maagd die blijkens het bijschrift bij dit plaatje beide activiteiten in zich verenigde: 'en in het hantwerck van de Moeder Godts weeck noyt haer hart van Jesus'. Rijks museum Het Catharijnecon- vent, BMH hs SJ 103 p. 91. - .u'"T I Fm/?m fnirr mmern idut, Fruf%» mltfds mtamt ^Jjrxms Mt&er fi!»i Qumb -voht mm0(trg> AminhUt mare WtMms amxiliü 18

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1987 | | pagina 20