een totale verwerking van 38.000 ton suikerbieten de fabriek weer op gang. In de naoorlogse jaren begon de fabriek weer te groeien. In 1949 besloot de directie over te gaan tot de produktie van kristalsuiker. Na 86 jaren van ruwsuiker- produktie levert de fabriek sedert dat jaar kristalsuiker (witsuiker), die geheel gereed is voor consumptie. De overgang van 'ruw' op 'wit' vond geleidelijk plaats. Sedert 1953 is de fabriek te Halfweg een volledige 'witsuikerfabriek' Onder leiding van Willem H. Ofeigssen veranderde de suikerfabriek in een moderne fabriek. Hij trad op 18 oktober 1948 als fabricagechef in Halfweg bij de csm in dienst. Na enkele jaren onder leiding van de heer Zonnevylle op de fabriek te hebben gewerkt vertrok hij naar Brazilië als directeur van een suikerfabriek aldaar. In september 1952 keerde hij naar Nederland terug om de leiding van de fabriek in Halfweg op zich te nemen. Onder zijn leiding is de fabriek groter en ruimer opgezet. Direct na de campagne van 1957 werd met een radicale verbouwing begonnen. Het ketelhuis werd gesloopt, op de plaats van dit gebouw verscheen een nieuwe fabriekshal. In 1964 werden voorbereidingen getroffen voor een uitbreiding van de fabriek met een installatie voor behandeling en opslag van witsuiker. Dit hield in dat er een suikerdroger en een -koeler kwamen en twee enorme silo's met een opslagcapaciteit van 40.000 ton suiker werden gebouwd. Op 17 maart 1964 werd de eerste van de 658 palen geslagen voor de bouw van beide silo's. In 1969 overschreed de gemiddelde campagneverwer- king het magische getal van 5.000 ton per dag. Pas in 1982 zou men erin slagen om de capaciteit opnieuw belangrijk op te voeren, in dat jaar werd er meer dan 6.000 ton suikerbieten per dag verwerkt. Dagelijks passeert een stroom van 2500 vrachtwagens de poort van de suikerfabriek. In honderd jaar tijds is de produk tie tot het vijftigvoudige toegenomen. Bietenboeren, bietenboten en asbieten De teelt van suikerbieten in Noord-Holland stond in de negentiende eeuw in de kinderschoenen. Pas na 1880 was de toestand van de Haarlemmermeerbodem dusdanig verbeterd dat opnieuw bieten konden worden verbouwd. Veertig jaar later zou de suikerbietenbouw in de Haarlemmermeerpolder de voornaamste plaats 202

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1987 | | pagina 204