bij de fabriek door twee controleurs, die met een roeiboot de tjalken bezochten. Zij bepaalden de diep teligging van de bietenboot en trachtten zo vast te stellen hoeveel lading er aan boord was. De schepen in de kom bij de suikerfabriek vormden een gemeenschap op zich. Er waren dagen dat er honderd boten in de Ringvaart lagen te wachten om gelost te worden. De schippers vermaakten zich in het dorp. Het wemelde in Halfweg dan ook van de kroegen, in de jaren vijftig kon men in de dorpskern op minstens tien plaatsen sterke drank krijgen. In veel huizen langs de Zwanenburgerdijk waren kamertjes omgebouwd tot winkeltjes, om ook een graantje te kunnen meepikken van de drukte in de campagnetijd. Reeds voor de Tweede Wereldoorlog werden te verwer ken bieten per vrachtwagen naar de suikerfabriek aan gevoerd. De toename van de 'as-bieten' leidde spoedig tot klachten. In 1931 uitte de gemeente Haarlemmerlie- de c.a. bij de directie van de suikerfabriek haar bezorgd heid, omdat de toegenomen levering van suikerbieten over de weg een gevaar voor het verkeer op de Rijks straatweg (thans Haarlemmerstraatweg) opleverde. Na 1950 verdwenen de bietenboten geleidelijk. In 1986 meerden nog slechts ongeveer vier schepen per week bij de fabriek af; vanaf 1987 zijn ook deze laatste der bietenboten geschiedenis geworden, het transport per schip is verdwenen, alle suikerbieten zijn 'asbieten' geworden. Fabrieksarbeiders en verdwenen Brabanders Honderden mensen hebben in de afgelopen 125 jaar hun brood op de fabriek in Halfweg verdiend. Het grootste deel van het personeel bestond tot omstreeks 1970 in de herfstmaanden uit het zogenaamde campag- nepersoneel. De bietenverwerking verschafte zeer vele mensen in deze maanden werk. In 1865 verdienden 121 mannen, 52 vrouwen en 21 jongens van oktober tot januari hun brood op de fabriek. In de campagne van 1884 werden de vrouwen en jongens vervangen door meisjes. Het experiment met deze goedkoopste arbeids krachten is slechts van korte duur geweest, na 1888 zijn er geen meisjes meer op de fabriek werkzaam geweest. Op zondagen werd vóór 1895 niet gewerkt. Op zater dagavond werd de fabriek voor het grootste deel stil gelegd en op zondagavond om zeven uur weer opge start. De kinderen, zowel jongens als meisjes, moesten eenvoudig maar monotoon werk verrichten. Zoals: het halen van bietenmonsters, het spoelen van suikerbieten. 206 Van iedere aangevoerde partij bieten worden monsters geno men, deze worden in het labora torium van de fabriek onder zocht om het suikergehalte te bepalen (1928)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1987 | | pagina 208