Arbeiders op het modderige bui- het aantrappen van de bietensnijdsels in de ketels, of tenterrein van de suikerfabriek het aantrappen van bietenpulp op de boerenwagens. De (ca. 1910) kinderen verdwenen geleidelijk van het fabrieksterrein, ongetwijfeld zal de sociale wetgeving van de Nederland se regering hieraan debet zijn geweest. Het grootste deel van het campagnepersoneel was op het buitenterrein werkzaam. Hier lagen voor de wal in de Ringvaart altijd enige rijen tjalken, botters en pramen met suikerbieten. Onder leiding van een voor man werden tot 1921 de schepen gelost door ploegen mannen en vrouwen. De vrouwen vulden aan boord manden met bieten, die de mannen de fabriek inzeul- den. Andere buitenarbeiders droegen zorg voor de kalksteenovens, die dag en nacht moesten worden ge vuld. De kalksteen werd op het buitenterrein in lorry's geladen die over rails de fabriek werden ingeduwd. Niet altijd werd volgens de arbeiders door de fabrieks- directie naar tevredenheid gehandeld. Op 5 november 1917 brak er tijdens de campagne een werkstaking uit onder de bietenschippers en een deel van de arbeiders op de suikerfabriek. De burgemeester van Haarlemmer- liede c.a. riep de hulp in van 26 militairen, die vanwege de mobilisatie in Halfweg gelegerd waren. Deze over- heidsdruk bleek voldoende om de staking binnen zeer korte tijd te beëindigen. Vanaf het begin van deze eeuw kwamen aanzienlijke aantallen Brabantse arbeiders uit de buurt van Bergen op Zoom (Putte, Hoogerheide, Woensdrecht, Ossen- 207

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1987 | | pagina 209