wordt dit nog eens nader uitgelegd: het puere schouwen
de leeven is volgens hem in principe volmaakter dan het
werkende leeven-, vandaar ook dat Maria Magdalena die
aan de voeten des Heren bleef zitten steevast boven
Martha geprezen wordt, die onderwijl in de weer bleef
met alle mogelijke beslommeringen. Toch raadt Joseph
Cousebant de Maagden aan zich niet eenzijdig op het
ene of het andere te richten, maar een zogenaamd mid
delmatig leeven te leiden, dat het midden houdt tussen
het schouwende en het werkende leven, want dat is voor
gewone stervelingen het zekerst en het zaligst.21)
Het handwerk was tevens een middel om de maagden
voor slechte gedachten te behoeden. Joseph Cousebant
zegt hierover:
Het vrouwelijck gheslaght natuerlijck voghtiger, ijdeler
ende swacker van hersene sijnde als het mannelijke, soo
sijn de vrouwen oock natuerlijck veranderlijcker ende
ghenegender tot ijdelhijt als manne. Sij koomen in de
plaats van Eva... om dese rede... is haar het hantwerck
of eenighe eerlijcke oeffeninghe buijten het ghebet noot-
sackelijcker als aan manne om haar swackheijt te onder-
steune en haar gheest aandaghtigher op Godt te houden..
Daar geeft den H.Jeronimus dese raat: doet wat wercks
opdat den Duijvel u altijt besigh vint.22)
Bloemversieringen. Detail uit de
kazuifel voor apostolisch vicaris
Boudewijn Catz. Borduurwerk
van de Maagden in den Hoeck.
Noord Nederland (Haarlem),
tweede helft iyde eeuw. Rijksmu
seum Het Catharijneconvent,
BMH 1129 a.
20