Oosterduinlaan, Het onderzoek had ten doel de mogelijke resten van de
Bloemendaal (awh) hofstede Distelberch (16de eeuw) en van de buitenplaat
sen Greijpesteijn (eind 17de eeuw) en Oosterduin (18de
eeuw) te lokaliseren.
Aangetroffen werden diverse keldervloeren met plavui
zen en muurfragmenten, alle behorend tot het onderste
niveau van de diverse bouwwerken. Uit een beerput
werd 17de en 18de eeuws materiaal geborgen.
Spaarnewouderstraat 93 Op de plaats van een gesloopt pand kon een stratigrafisch
(AHW) onderzoek uitgevoerd worden. Het gesloopte pand stond
op de funderingen van een 17de eeuwse voorganger
waarvan de kelder gevonden werd. Tussen en onder
deze resten werden opmerkelijk veel smalle repen ven
sterglas gevonden. Vermoedelijk is hier in de naaste
omgeving een glazenier gevestigd geweest.
Op verschillende plaatsen bevonden zich direct onder
het maaiveld reeds de 14de tot 15de eeuwse ophogingsla
gen, enigszins aflopend naar het Spaarne. In het vlak van
de werkput verliepen de ophogingslagen ovaalvormig,
waardoor het vermoeden ontstond, dat hier mogelijk
een huisterp gelegen was. Onder deze mogelijke terp
bevond zich een slibbige laag en een zandige laag. Uit
de laatste laag kwamen kleine fragmenten Pingsdorf-
en kogelpotaardewerk tevoorschijn, beide uit de 12de
eeuw. Op het diepste gegraven niveau werd venig mate
riaal aangetroffen. Het onderzoek zal op een later tijd
stip voortgezet worden.
Spaarnwouderstraat 37 In de achtertuin van het pand kon een klein onderzoek
(AWH) uitgevoerd worden. In een van de twee werkputten (2
X 2 m) kon tot een diepte van ruim twee meter beneden
het maaiveld gegraven worden. In beide putten werden
op een diepte van ca. 50 cm beneden het maaiveld over
een afstand van 3,5 m twee op hun kant liggende planken
gevonden, uit elkaar gehouden door twee op elkaar
gestapelde bakstenen.
In het zuidoost-profiel van de eerste werkput werd ca.
1 m beneden het maaiveld een afvalkuil aangetroffen
gevuld met alleen maar fragmenten van dakpannen.
Opvallend was dat het fragmenten waren van pannen
van het zgn. 'monniken- en nonnen-type' (zeldzaam in
het westen van Nederland).
De grondlagen in het profiel waren allemaal ophogings
lagen, bestaande uit mest, venig materiaal en grijs en
bruin zand. Ze liepen allemaal af richting Spaarne. Het
oudste aardewerk dat in deze lagen gevonden is, dateert
uit de 14de eeuw.
221