De regio Haarlem heeft in het leven van Jan Nelissen
een belangrijke rol vervuld. Hij werd op 24 mei 1918 in
Heemstede geboren, maar zijn familie verhuisde al gauw
naar Amsterdam. Daarna woonde hij als jongetje in
Bloemendaal. Via Maastricht, Amstelveen en Haarlem
werd Bloemendaal, aan de Hartelustlaan, enkele jaren
terug weer zijn adres en helaas—ook de laatste rust
plaats.
Jan Nelissen heeft zijn leven wel eens aldus gekenmerkt:
7 kinderen7 theaters en 7x7x7 poppen. Het begon in
Maastricht, waar op 6 december 1946 het eerste poppen
theater werd geopend in de kelder van een wijnpakhuis.
In Maastricht trouwde Jan Nelissen met Lenie Roozen
(uit Heemstede) en zij werd vanaf 1952 in de daaropvol
gende theaters in Amstelveen, het tweede brein achter
Het Kleine Wereldtoneelzoals haar man het uitdrukte.
Het zevende theater, het Amstelveens Poppentheater,
bestaat nog steeds. Tot 1977 hebben Lenie en Jan Nelis
sen dit theater beheerd. Jan Nelissen moest het na een
hartoperatie kalmer aan doen en de familie verhuisde
naar Haarlem. Daar heeft deze meesterpoppenspeler
bepaald nog niet stil gezeten. In het Concertgebouw van
zijn vriend Karei Baart gaf hij nog geregeld voorstellin
gen in de toenmalige Tuinzaal. Een citaat uit het Haar
lems Dagblad dd. 1987: In 1979 zag ik hem daar weer
eens spelen na jaren, o.a. in 'Het Meisje met de Zwavel
stokjes' naar het sprookje van Andersen. Zo'n spel werd
in een eenvoudig decor met een subtiele belichting, zo
suggestief van gebaar en stemmen gespeeld, dat de vries
kou die vanuit dat poppentheater kwam, tot op de laatste
rij voelbaar was. In zijn vak was hij in spel en vormgeving
van zijn poppen een vernieuwer van het traditionele
poppentheater met handpoppen. Alleen daarom al is hij
voor veel poppenspelers een inspirerende man geweest.
Jan Nelissen heeft in zijn hele loopbaan—waar hij dat
maar kon aandacht gevraagd voor poppenspel als een
authentieke theatervorm. Een van de mogelijkheden
daartoe was het organiseren van festivals, ook in Haar
lem en uiteraard in het Concertgebouw. In januari 1980
was een improvisatieconcours wel het hoogtepunt. Er
namen 10 poppentheaters uit het hele land aan deel en
langs de kassa kwamen ongeveer 900 toeschouwers.
Al in Maastricht voelde poppenspeler Nelissen de be
hoefte om samen te werken met andere kunstenaars,
in een breed repertoire zowel voor kinderen als voor
volwassenen. Schrijvers, schilders, beeldhouwers, de
corontwerpers en muzikanten trok hij aan voor onder