kleermakers, schoenlappers en korendragers. Personen die ik niet gauw tot de Haarlemse bovenlagen zou willen rekenen. Ook tekenden drie doopsgezinde predikanten en één waalse, ouderlingen en diakenen van de hervorm de gemeente, die trouwens een gift had gedaan ten behoeve van de slachtoffers van de plundering van El- burg, vrijwel alle apothekers en boekhandelaren en nog al wat kunstenaars. In totaal tekenden 49 doopsgezinden. Dit lijkt hun eerste politieke activiteit. De meeste komen uit de doopsgezin de toplaag en zijn daardoor makkelijk thuis te brengen. Enkelen van hen blijken ook schutter te zijn. Voor doopsgezinden is dat vreemd, maar hun principe van geen wapens te willen dragen werd kennelijk over schaduwd door hun verlangen naar vrijheid van geloof en politieke erkenning. Het was niet doenlijk om ook andere godsdienstige rich tingen van de ondertekenaars te identificeren. Som migen, zoals de regenten van het Sint Jacobs Godshuis en de roomskatholieke weesmeesters, zijn duidelijk als katholieken te onderscheiden, van andere weet ik dat zij luthers of remonstrants waren. Al met al lijkt vooral de bovenlaag van de bevolking redelijk goed vertegen woordigd te zijn. Het Regeringsreglement In Utrecht, Amsterdam en Rotterdam zijn de pogingen om meer volksinvloed op het lokale bestuur te krijgen langs min of meer revolutionaire weg gegaan doordat eerst de plaatselijke besturen geheel of gedeeltelijk wer den afzet. In Haarlem ging dat anders. Op 30 januari 1787 dienden de Haarlemse afgevaardig den bij de Staten van Holland een voorstel in om een onderzoek te doen naar het 'herstel' van de volksinvloed op het stadsbestuur. De Haarlemse bevolking was daar dankbaar voor, getuige een nieuw adres, nu aan het stadsbestuur, met 1285 handtekeningen. Bovendien ver scheen er een gedicht van Jacob van Dijk, in 144 verzen van negen regels, met de titel De Welberaaden Stap voor 't Vaderlandgedaan door de stad Haarlem. In dat gedicht werd uiteengezet hoe de Haarlemmers zich ook in het verleden tegen onderdrukking hadden verzet. Het gedicht is voor ons bijna onleesbaar, maar het beleefde toch een tweede druk. Men vond het toen kennelijk mooi. De Staten van Holland wisten niet goed wat zij met het Haarlemse voorstel aan moesten en deden er bijna drie maanden over om de leden van een onderzoekscommis- 3i

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1987 | | pagina 33