sie te benoemen. Men verwachtte er in Haarlem op den
duur ook niet zo veel resultaten meer van, want het
duurde veel te lang.
In april 1787 was in Haarlem intussen de schutterij ge
reorganiseerd en op plechtige wijze geïnstalleerd. Op
29 april besloten de Haarlemse vroedschappen een eigen
commissie van onderzoek in te stellen om te bezien wat
er aan vermeerdering van de volksinvloed kon worden
gedaan. Immers, Haarlem, had een grote mate van au
tonomie en kon, behoudens goedkeuring, veel zelf re
gelen. De commissie was begin juli klaar met haar werk
en vervolgens kon de burgerij worden geraadpleegd.
Formeel waren hiervoor eigenlijk geen mogelijkheden
aanwezig, maar de gewapende burgermacht mocht zes
man benoemen en de ongewapende burgerij benoemde
er ook zes. Die laatste zes blijken het bestuur te vormen
van de Burgersociëteit. Het zijn bovendien dezelfde per
sonen die de vroedschap de laatste jaren zonder succes
had voorgedragen als schepenen buiten de vroedschap.
Kennelijk was er dus een band tussen de vroedschappen
en de leiding van de Burgersociëteit.
Deze 12 personen onderzochten het rapport en deden
op 7 augustus verslag van hun bevindingen, alweer in de
lutherse kerk. Vervolgens werd het concept-regeringsre
glement op drie plaatsen in de stad ter visie gelegd: de
Stadsdoelen, waar de schutterij bijeenkwam, De Gou
den Leeuw, waar de Burgesociëteit vergaderde en ten
slotte het Prinsenhof, dat in feite een onderdeel van het
stadhuis was en waar allerlei verenigingen en instellingen
vergaderden.
Zo kreeg iedereen kans om het nieuwe regeringsregle
ment te lezen en 1150 mannen tekenden de verklaring
dat zij het met de strekking van het reglement eens
waren. Iedereen leek tevreden en het stadsbestuur kon
de volgende stap doen. Dat was de toestemming van de
Staten van Holland vragen.
De brief waarbij Haarlem dit deed is tamelijk zelfbewust
opgesteld:
Wij hebben gemeend enkele stedelijke schikkingen te
moeten maken, hierin bestaande dat er in ons midden
zal zijn een college van burgergecommitteerden. De
burgerij zal door middel van kiezers de nominatien for
meren van Burgemeesteren en zal meehelpen tot de
verkiezing van leden van onze vroedschap en op dezelfde
manier zal de burgerij de nominatie van onze burgemees
ters formeren. Dit zijn zaken waaromtrent niemand bui
ten onze stad zich kan beroepen enige invloed te hebben.