dreiging van opstand, moord en plundering hing in de
lucht. Door het luiden der alarmklok werd echter de
schutterij in de wapenen geroepen die door kordaat
optreden verder onheil wist te voorkomen. Onder het
oproerige volk werden ook niet-Haarlemmers gezien,
zodat je je kunt afvragen in hoeverre dit oproer 'gere
geld' was.
Bij de komst van de Pruisen zijn tienduizenden patriot
ten naar Frankrijk gevlucht. Het valt op dat de Haarlem
se patriotten bleven zitten waar ze zaten; kennelijk voel
den zij zich hier veilig.
De troepen bleken overigens geen opdracht te hebben
om Haarlem binnen te trekken, maar zij gingen voorlo
pig ook niet weg om Haarlem tegen Amsterdam te be
schermen.
Op io en ii oktober boden de pensionarissen Van Zee-
bergh en Van de Kasteele hun ontslag aan. De laatste
schreef dat zijn naam op de lijst voorkwam van personen
die de prinses voor altijd van haar hof had verbannen.
Er werd een nieuwe pensionaris benoemd, Jager, eerder
pensionaris van Schiedam.
Was het Regeringsreglement nu nog steeds van kracht?
Het stadsbestuur schreef een brief naar Willem v om
hierover nader geïnformeerd te worden, maar deze
weigerde zich hiermee in te laten. Dus richtte men zich
tot de Staten van Holland. Deze namen een snel besluit
en hieven het Regeringsreglement op 19 oktober op. Dit
was voor zes vroedschappen aanleiding om hun functie
neer te leggen. Later volgden er nog twee. Hun plaatsen
bleven voorlopig onbezet; men wachtte af welke maatre
gelen de Staten en de Prins zouden nemen.
Het duurde tot 16 januari 1788 voordat twee commis
sarissen vanwege de Prins in Haarlem orde op zaken
kwamen stellen. De Haarlemmers hadden de moed nog
niet opgegeven en bij hun aankomst lagen er al weer
twee adressen klaar. Het grootste draagt de handteke
ningen van 721 burgers. Zij verklaarden dat de stadsre
gering bestond uit brave, eerlijke, aan hun dure plicht
getrouwe en achtbare regenten, die veel burgerlievende
handelingen hebben verricht. Het was daarom hun vurig
verlangen dat alle leden van de stadsregering in hun
functie gehandhaafd zouden worden en dat degenen die
ontslag hadden genomen in hun functies zouden worden
hersteld.
Het tweede adres was afkomstig van de sociëteit Voor
Waarheid en Regt, ook bekend als het Ware Vaderland-
sche Oranje Minnend Gezelschap. Zij vergaderden ten