1. Het is opvallend dat Claterbos zelfs niet eens wordt genoemd door R. van Eijnden en A. van der Willigen, Geschiedenis der Vaderlandsche Schilderkunst(Haarlem, 1816-1840). 2. D. Bosga en M. Busch, Natuurlijk niet bovennatuurlijk, Parapsy chologische kanttekeningen bij de ervaringen van de paragnost Warner Tholen(Deventer, 1983); Corneille F. Janssen, Het Kas teel van Coevorden, (Uitg. gemeente Coevorden, aug. 1972). 3. Portretten door Claterbos werden tot nu toe maar zelden geveild. Het meest recent: portret of a lady, small half length, wearing a blue dress with lace shawl and bonnet, signed and indistinctly dated 1792 pastel on paper 29 X 22 cm (m. 1gedateerd 1796), Christies Amsterdam 2 dec. 1987, nr. 82. Waarschijnlijk identiek aan het portret van een dame door Claterbos op veiling Mak van Waay, Amsterdam 6 nov. 1976, nr. 5 (pastel 28 x 20,75 cm). 4. Grotendeels samengesteld aan de hand van de familiepapieren en een eigenhandig 'Memoriael' door de kunstenaar, beide in coll. De Wijk. 5. Zie Tent.cat. Wybrand Hendriks 1744-1831, Teylers Museum (Haarlem, 1972) p. 25, afb. 44. 6. Aaneensluitend portretteerden zij de regenten van de hofjes van Staats en Noblet; zie B. Sliggers, Wat in Staats staat en stond, Kunst en kunstnijverheid in het hofje van Staats te Haarlem, (Haar lem, 1987). 7. Dit in tegenstelling tot Rienk Jelgerhuis (1729-1806), die volgens eigen opgave 7763 gecrayoneerde portretten vervaardigd zou heb ben. Alle portretten dragen een nummer maar het correspon derende register is spoorloos; zie P. Gabrielse, 'De rondreizende portrettist Rienk Jelgerhuis (1729-1806)' Antiek, 17, nr. 4 (nov. 1982) pp. 202-208. Een latere collega is Berend Kunst (1794-1881), waarvan wel zijn register met duizenden geportretteerden (1823-1873) bewaard is gebleven; zie E.F.J. Smits, 'De Groninger reizend portrettist Berend Kunst in zijn betrekkingen tot Friesland', De Vrije Fries, 45 (1962) pp. 194-209; E.F.J. Smits en P.J. Huizinga, Berend Kunst, reizend portretschilder 1794-1881(Groningen, 1974). 8. Beide Montfoort-aquarellen in coll. De Wijk, IJsselstein in de topografische atlas Rijksarchief Utrecht. Jutphaas en Baambrugge in veiling C. Elout, Haarlem 4 april 1780 e.v.d. 9. Zie nt. 5, p. 38, afb. 29 en p. 35. H. van Hall, Portretten van Nederlandse kunstenaars, (Amster dam, 1963), noemt onder 378:1 nog een portret door Frans Dec ker. Het stelt echter zijn grootvader en naamgenoot voor, als voorstudie voor een groepsportret van de regenten van het Haar lemse Proveniershuis. Zie: Karin Stubbe, 'Studies voor regenten portretten door Frans Decker (1694-1751) Leids Kunsthistorisch Jaarboek, 1886/87, pp. 287-296. 10. nnbw 1,3; voor Johanna Tuymelaar, zie Scheen 1981, p. 528. 11. T.N. Schelhaas, 'Een Haarlemse familie Van den Abeele', Gens Nostra, 33, nr. 3/4 (1978), pp. 70-79. 12. Nederlands Patriciaat, 49 (1963) p. 10. 13. Nederlands Patriciaat, 10 (1919) p. 2. 14. A.D. de Jonge, 'Een Haarlemse vroedschap met weinig Haarlem mers, De restauratievroedschap in Haarlem van 1788 tot 1795', Jrb Centr. Bur. voor Genealogie, 40 (1986), pp. 214-215. 15. G.H. Kurtz, 'Achter een oude gevelsteen', Jrb. Haerlem i960, (Haarlem, 1961) pp. 94-115. 16. nnbw, vn, 298. 8l

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1987 | | pagina 83