aan de Zijlstraat, (thans abn Bank) Door aankoop van
nog enkele andere panden krijgt de ptt voldoende
ruimte voor de bouw van het nieuwe kantoor aan de
Gedempte Oude Gracht, dat op 10 april 1922 in gebruik
is genomen.
In 1891 heeft C.J. Gonnet (1842-1926) vele honderden
voorhanden zijnde documenten betreffende het Zijl
klooster geordend en aan de hand daarvan de geschie
denis ervan beschreven.'3) De topografische aspecten
kwamen daarbij niet aan bod. In het bovenstaande is
getracht ook deze te behandelen om zodoende een meer
gedifferentieerd beeld van het eens zo vermaarde Haar
lemse vrouwenconvent op te roepen.
Noten
ken
len.
erd
>uin
en.
het
ifb.
zijn
W
fsel
het
ap-
van
ooi
oe-
sfut
nor
93
lin-
1C.J. Gonnet, 'Het Zijlklooster te Haarlem. (Convent der kanones
sen-Regulieren Ten Zijl', Bijdragen voor de geschiedenis van het
bisdom van Haarlem, 16 (1891) pp. i-xxx.
2. Theod. Schrevelius, Harlemias, ofte om beter te seggen, de eerste
stichtinghe der Stadt Haarlem (Haarlem, 1648), p. 27.
3. De Haarlemse Oude Gracht (Haarlem, 1980) (door leden van de
historische werkgroep 'Haerlem') pp. 182-183.
4. Ongeveer gelijktijdig met de kaart van Thomas Thomaszoon ont
stond de gegraveerde stadsplattegrond door Hogcnberg, waarbij
Haarlem vanuit het noorden wordt gezien. Op deze minder be
trouwbare plattegrond is de toren van de Zijlkerk abusievelijk aan
de zuidzijde geplaatst. Er is echter geen zijbeuk aan de noordzijde
van het kerkgebouw te bespeuren.
5. Jan van de Velde (1593-1641) is de graveur van dit grote gezicht
op Haarlem. De prent beslaat drie bladen en meet 41,5 x 163
cm. De oorspronkelijke ontwerptekening is van Pieter Molijn.
6. In Teylcr's museum bevindt zich een grijs gewassen zwartkrijt
tekening van A. Waterloo (1610-1690) met een gezicht vanuit het
noorden op het gebied rond de Zijlpoort binnen de stadswallen.
De toren van de Zijlkerk staat naast het kerkgebouw en heeft een
niet bestaande achtkantige spits.
H. Jansc, bouwhistoricus. verbonden aan de Rijksdienst voor
monumentenzorg te Zeist en auteur van verschillende boeken
over kerken, deelde desgevraagd mee dat de bouwstijl van de
Zijltorcn om genoemde redenen 'onmiskenbaar in de richting van
Lieven de Key wijst'.
J.J. Temminck, gemeentearchivaris van Haarlem, maakte mij op
deze thesauriersrekening attent.
9. G.W. van Oosten de Bruyn, De stad Haarlem en haare Geschie
denissen (Haarlem. 1765), pp. 102-103.
10. F. Tames, Gem. Archief Haarlem maakte mij op deze resolutie
(1595 (E 208)-120) opmerkzaam.
11. B.C. Sliggers Jr. verstrekte mij nieuwe biografische gegevens over
de kunstenaar Jan Pannebakker uit het registre civique 1811.
12. F. Allan: Geschiedenis en beschrijving van Haarlem, Dceh, Haar
lem 1874, pag. 388, idem Deel u, Haarlem 1877, pag. 468.
13. Zie noot 1
7
8.