K
1
De sollicitatie-procedure
in Het Schoolblad van 2 februari 1897, waarin een docent
geschiedenis gevraagd werd aan de gemeentelijke hbs
te Haarlem. De sollicitatietermijn was zeer kort: al op 4
februari liep hij af. Huizinga zag de advertentie op de
avond van de 4de, maar een telegrafisch verzoek van
Huizinga's vader aan diens oude studievriend H.D.
Tjeenk Willink of zijn zoon nog mocht solliciteren, werd
positief beantwoord.
Betreffende de sollicitatie is in het gemeente-archief van
Haarlem een vrijwel compleet dossier bewaard geble
ven.3) Volgens de huidige voorschriften kunnen dergelij
ke dossiers vernietigd worden, maar in Haarlem is dat
niet gebeurd, tot onschatbaar voordeel van de historicus:
juist dat wat niet bewaard had mogen worden is vaak
het meest interessant!
Het belangrijkste stuk uit dit dossier is het advies dat de
directeur van de hbs, dr. H. Brongersma,4) opstelde
voor Burgemeester en Wethouders. In tegenstelling tot
wat in de advertentie werd gevraagd, bleek het niet
alleen om geschiedenis, maar ook om Nederlands te
gaan, dat wil zeggen de betrokkene moest ook de be
voegdheid hebben om Nederlands te doceren indien dat
nodig mocht zijn. Dit was een handig schiftmiddel voor
de directeur: de helft van de negen kandidaten viel
daarmee af. De ene sollicitant bleek te jong en oner
varen: de[n] heer K. Later, die ik geene betrekking aan
deze scholen zou durven toe te vertrouwen, voordat hij
elders de bewijzen van practische geschiktheid heeft be
wezen. Een andere, die wèl ervaren was, S.S. Hoogstra,
gymnasiumleraar te Zetten, zou zeker in aanmerking
komen als het alleen om Nederlands ging, maar zijn
95
De hbs aan de Jacobijnestraat
in Huizinga's tijd (foto gemeen
te-archief Haarlem).
n