Een dergelijke verglaasde architectuur, die het gebouw
bijna doorschijnend maakt en zowel de ruimtelijkheid
van het interieur bevordert als die van het bouwwerk als
geheel, stond bij functionalisten hoog in het vaandel
geschreven. Dit geldt evenzeer voor de rechtlijnige op
bouw en eenvoudig gemetselde muren, die zijn uitge
voerd zonder decoratieve steenverbanden, maar met
betonnen dakoverstekken ter accentuering. Greiner pas
te hiermee kenmerken toe van de mondiale nieuwzake-
lijke architectuur, de zogenaamde International Style.
Kritiek van Van Loghem De vermaarde Haarlemse architect J.B. van Loghem
(1881-1940) is de eerste geweest, overigens op verzoek
van zijn Amsterdamse collega Greiner, die de verbouw
de Huishoudschool van een kritisch commentaar heeft
voorzien. Over het algemeen was dit positief, hoewel hij
enkele kanttekeningen plaatste.
Wat in dit nieuwe werk van Greiner opvalt, schrijft Van
Loghem in het Bouwkundig Weekblad Architectura
1935), is een zich orienteeren in nieuw-zakelijke richting.
Hij is echter nog niet vrijgekomen van zijn romantischen
aard Waar de kracht van de noodzakelijkheid niet
gedicteerd werdliet hij zich gaan, ontstonden details, die
niet vrij van kunstnijverheid zijn. Dit geldt zoowel binnen
als buiten
Met andere woorden: Greiner heeft aan het gebouw
elementen toegevoegd, niet om hun praktische nut,
maar vanwege zijn persoonlijke sentiment. In de ogen
van Van Loghem, die zich in zijn publikaties en zeker
zijn kritieken als een principieel functionalist laat ken
nen, was dit volstrekt afkeurenswaardig. Een nadere
studie van de nieuwbouw leert ons waar Van Loghem
op doelt.
Het zijn inderdaad juist de details die de artistieke her
komst van de ontwerper verraden. Karakteristiek voor
de Amsterdamse School zijn bijvoorbeeld de uitkragen-
de raamkozijnen van de symmetrisch geplaatste uitbou
wen aan de Voorhelmstraat. Andere kenmerken die
men eerder aantreft bij de strakke variant wan de Amster
damse School dan bij het Nieuwe Bouwen, zijn de over
wegend horizontale indeling van alle ramen in fijn gepro
fileerde sponningen, de elkaar doorsnijdende, al dan niet
afgeronde, muurdelen en tenslotte de manier waarop
de gevels boven de derde bouwlaag worden beëindigd,
namelijk door een betonnen rand ongeveer anderhalve
meter onder het dak, als de rand van een hoed.
Interessant is het belangrijkste punt van kritiek van Van
127