doet ontstaan bij de leerlingen, die het heiligdom betreden,
concludeert Van Loghem I3).
Eigenlijk zegt deze kritiek meer over de Haarlemmer
dan over de werkwijze van zijn Amsterdamse vakgenoot.
Zelf had Van Loghem kort daarvoor (eveneens in 1935)
de verbouwing verzorgd van de School voor Vrouwen
arbeid in Rotterdam, een vergelijkbare instelling. Vol
gens eigen zeggen had hij geprobeerd in de directrice
kamer aldaar vooral de gedachte van de zorgende moeder
te leggen I4). De weerzin van de Haarlemse bouw
meester tegen gesymboliseerd leiderschap in de architec
tuur moet niet alleen worden verklaard uit zijn socialis
tische ideeën over maatschappelijke gelijkheid, maar
dient ook te worden begrepen tegen de achtergrond van
monumentale bouwkunst in totalitair geregeerde landen
als Nazi-Duitsland en de Sovjet-Unie, waartegen Van
Loghem fel van leer trok I5).
Zin voor verfraaiing
De kritiek van Van Loghem, de enige serieuze die de
school ooit ten deel is gevallen, is met andere woorden
enigszins politiek gekleurd. Het is maar de vraag of
Greiner in het gebouw echt een bepaalde rangorde tus
sen schoolhoofd en leerlingen heeft willen uitdrukken,
nog afgezien van de kwestie of de betrokkenen dit ook
als zodanig zouden ondergaan. Tegelijk wordt de Am
sterdamse bouwmeester in strikt architectonische zin
geen recht gedaan, want het was niet zijn bedoeling een
zuiver functionalistisch bouwwerk te realiseren. Hoewel
hij grote bewondering koesterde voor nieuwzakelijke
collega's als Jan Duiker (1890-1935), J.J.P. Oud (1890-
1963) en ook Van Loghem, zag hij gevaren in een louter
op rationele leest geschoeide architectuur.
Hij wilde nu juist de, naar zijn mening, goede eigen
schappen van het Nieuwe Bouwen combineren met de
zin voor verfraaiing - als deze tenminste niet ten koste
ging van de praktische bruikbaarheid - die de Amster
damse School groot had gemaakt l6). De granieten ko
lommen van de directie-kamer bijvoorbeeld keren terug
in de raampartij van het eronder gelegen vertrek, waar
door aan de hoofdingang een monumentaal accent is
verleend. Vergeleken met de Huishoudschool ontwierp
Van Loghem daarentegen met het op een steenworp
afstand gesitueerde Sportfondsenbad (1934) een functio
nalistisch gebouw, dat wel pretendeert vrij te zijn van
elke vorm van kunstnijverheid. Overigens is Greiners
ontwerp in belangrijke opzichten verwant aan het zwem
bad van Van Loghem.
8. Raampartij hoofdtrappen
huis. De met gekleurd glas-in-
lood gedecoreerde ramen wor
den geleed door betonnen ko
lommen. (Foto Wim de Wagt
1990)
129