Nb'
$7
.«^X
S$ 2 g~>
If //UAr>'(fc~
'A
y <r.
Met de trekschuit van zeven uur vertrokken, bij Halfweg
als gewoonlijk overgestapt, was Cramer om ruim half
negen in Haarlem. Hij bezocht wie hij moest en had
verder de tijd aan zichzelf. Allereerst ging hij het oude
raadhuis bezichtigen:
Een dubbele steenen opgang geleidt tot de deur, die in het
midden van hetzelve prijkt; maar deze gesloten vindende,
zochten wij naar de schel van de conciërge. Wij vonden
dezelve, klingelden, en een vriendelijk jongetje, wien wij
te kennen gaven, dat wij het stadhuis wilden zien, geleidde
ons in een 'gemoderniseerd' gewelf, net genoeg ingekleed,
en met schilderijen behangen, om ons een oogenblik te
doen verpoozen, terwijl men inmiddels de sleutelbewaar
der riep. Deze kwam en ik volgde. Zoo beklommen wij
den trap van het aloude raadhuis, en bereikten weldra de
vroedschapskamer, alwaar ik, zoowel als in de andere
kamers, uitmuntende schilderijen met genoegen aan
schouwde.
Na een beschrijving van de schilderijen lezen wij:
Nu verlieten wij dit ruim vertrek met deszelfs onbeduidend
1
t
s>E /I"
C'y&f* -e^/c 1-tSto*. v^S /Cn -
7'lf~/li /4^L-
f//^%/^ü.
a/ X --
^V'.. Igr.^L^t/
r/i r//tj /r -*"»•*-i..y? J ZtS
.■aW„„ £?•■- ""-£££«
'1/ ~.'t. ---'**<
Bezoekersregister Costeriana in
het Haarlemse stadhuis. De ze
ven onderste namen betreffen
bezoekers op 14 juni 1828.
Cramer was hier dus tegelijk op
bezoek met een groepje Engel
sen, waaronder de Dafe of Nor
folk. (Gemeentearchief Haar
lem).
141