gedragen worden om reclame voor de loterij te maken.
De rolkaarten werden naar de generaals in alle dorpen
en steden verzonden 2I).
De prijzen die in de loterij te winnen waren stonden
tentoongesteld voor het stadhuis op de Grote Markt
in Haarlem. Als hoofdprijzen waren er vijf vergulden,
zilveren bekers beschikbaar, alsmede verschillende be
dragen in geld, variërend van 120 tot 600 gulden. Daar
naast konden er zilveren schalen, bierbekers, kroezen,
roemers en lepels gewonnen worden 22). De prijzen wa
ren speciaal voor de loterij gesmeed 23).
De bekers en lepels stonden en hingen in toonkasten,
die de bewindhebbers hadden overgenomen van een
loterij die enkele jaren eerder in Zandvoort was gehou
den. De stadstimmerman was met zijn knechts en de
stadswagen naar Zandvoort gestuurd om de casse te
halen, die met groote moyten ende arbeyt hier gecomen
was. Deze casse werd geschilderd door Frans Pietersz,
die er het niet geringe bedrag van 48 gulden voor
ontving 24). Ongetwijfeld was dit de bekende Haarlemse
schilder Frans Pietersz. de Grebber. Uit een andere bron
vernemen wij dat een van de oude mannen die in 1609
als eersten in het oude mannenhuis intraden, namelijk
Lenert Driesz., op de loterij casse geschildert stout2?).
Vermoedelijk werd ook dit portret door De Grebber op
de toonkast geschilderd. Een dergelijke opdracht was
hem zeker toevertrouwd.
De deurtjes van de toonkast werden elke dag even ge
opend om frisse lucht binnen te laten, wat niet mocht
verhinderen dat de tweede prijs seer verweert raakte
tijdens het tentoonstellen, door het looizuurgas dat vrij
kwam uit het houtwerk 2Ó).
Het inleggen De inschrijving voor de loterij opende op 1 juni 1606.
Zij sloot op 30 september daaropvolgend, behalve in
Haarlem, waar men een maand langer kon inleggen 27).
Daar zou eind oktober nog een landjuweel worden ge
houden, waar men veel bezoekers verwachtte (zie be
neden).
In de deelnemende steden en dorpen gaven generaals
of collecteurs op verschillende manieren ruchtbaarheid
aan de openstelling. In Haarlem werd een jongen die de
kaart ronddroeg begeleid door vier trompetters en twee
tameryns. Op de avond dat de inschrijving sloot, lieten
de burgemeesters Pieter Pietersz., alias Blinde Pieter,
vijfmaal de grote klok luiden. Begin oktober hadden de
bewindhebbers 620 pektonnen, en later nog eens 14
13