tatiebureaus bezochten, dusdanig armlastig was dat op
deze wijze bijvoeding moest worden gegeven. Bovenge
noemde cijfers geven niet helemaal een juist beeld, want
het betreft hier namelijk alleen vrouwen die zelf moeder
melk konden geven. De slechte financiële toestand van
Zuigelingenzorg was in 1933 aanleiding om de verstrek
king van melk en pap te staken, daarna is het nooit meer
ter hand genomen.
Lukte het zelf voeden van de baby in het geheel niet,
dan kon men een beroep doen op de in 1910 geopende
Melkkeuken. Dit gold in speciale gevallen, als bijvoor
beeld een duur preparaat vereist werd bij een voedings
stoornis. In de regel wilden de moeders trouwens liever
zelf de voeding bereiden. De Melkkeuken was gevestigd
in het consultatiebureau in het centrum van Haarlem.
Gedurende de eerste zes weken na de opening verrichtte
het bestuurslid mevr. H.A. van de Velde-ten Brink hier
de werkzaamheden zelf. Vervolgens werd tegen een
vergoeding een juffrouw in de Melkkeuken aangesteld.
Vanaf 1923 werden de beide huisbezoeksters met het
werk in de keuken belast. Enkele vrouwelijke bestuurs
leden assisteerden af en toe bij de bereiding van flesvoe
ding.
De zgn. kinderwagenhal-spe
ciaal bedoeld voor het stallen
van kinderwagens-in het nieu
we consultatiebureau aan de
Nieuwe Gracht 124. De foto is
genomen tijdens de opening op
29 december 1937.