De huisbezoekster en de
weegster
Gedurende de periode 1910-1914 kreeg 20 van de
ingeschreven zuigelingen voeding uit de keuken. Toen in
1911 een huisbezoekster werd benoemd, die de moeders
thuis leerde hoe het voorgeschreven voedsel bereid
moest worden, was het gevolg dat minder voedsel uit de
keuken werd betrokken: in 1915-1919 nog maar 10
Na de benoeming van een tweede huisbezoekster in 1923
daalde dit percentage zeer drastisch, zo kreeg tijdens
1925-1929 nog slechts 1 van de ingeschreven zuigelin
gen voeding uit de keuken. Na 1929 is geen gebruik
meer van de Melkkeuken gemaakt.
De voeding voor zuigelingen bereid in de Melkkeuken
bestond in hoofdzaak uit zogenaamde eiwitmelk: een uit
melk en karnemelk bereide voeding. De firma Nutricia
te Zoetermeer leverde de benodigde eiwitmelk tegen
een gereduceerde prijs, terwijl de modelboerderij Bron-
steê te Heemstede de volle melk eveneens tevens een
gereduceerd tarief leverde.
Desondanks kostte iedere zuigeling, die in 1910 uit de
keuken voedsel kreeg, Zuigelingenzorg gemiddeld
6,49 per jaar. Per hoeveelheid voedsel betaalden de
draagkrachtige moeders een gering bedrag. Slechts een
enkele keer werd de melk met winst verkocht aan moe
ders uit een welgesteld milieu. Door het geringe gebruik
van de Melkkeuken en de naar verhouding hoge onkos
ten bleek exploitatie op den duur niet meer rendabel I3).
Naast het consultatiebureau dat zich beperkte tot het
regelen van de borst-, gemengde of kunstmatige voeding
voor de zuigeling en tot het geven van adviezen betref
fende de kleding en verzorging van de baby, achtte men
het ook noodzakelijk dat aan moeders thuis geleerd werd
159
Deze foto van de Melkkeuken
van de Amsterdamse Vereni
ging voor Zuigelingenzorg geeft
een goed beeld hoe de keuken
er in Haarlem uitzag, ca. 1913.
(Bron: Tentoonstelling De
Vrouw 1813-1913, p. 33).