ervaring die haar altijd is bijgebleven: Ik stond eenzaam
bij het hoge orgel en hoorde mij in die immense ruimte
zingen: Magna res est amor', dat prachtige lied van
Hendrik Andriessen op woorden van Thomas d Kempis,
waarvan ik voelde dat juist dit lied zo volmaakt op deze
gewijde plaats past. Om dan aansluitend, spontaan en
uit het hoofd, maar met een licht waarneembare emotie
in haar nog altijd prachtig gave stem, de betreffende
tekst te citeren: De Liefde is iets groots, zij is een kostbaar
goed, want zij alleen maakt elke last licht. Niets is zuiver
der dan de Liefde. Niets is sterker, volkomener of beter
in de hemel of op aarde, want de Liefde is uit God
geboren...
Jo Vincent - die zichzelf een 'levensgenietster' noemde -
was een in alle eenvoud oprecht gelovige rooms-katho-
liek, wier protestantse achtergrond nog doorwerkte in
de toewijding waarmee zij met het echt Hollands-cal
vinistisch geaarde vocale kwartet aan de vertolking van
geestelijke liederen meewerkte. Wie zich overigens als
nog een indruk wil vormen van de allure van Jo Vincents
zangkunst, dient allereerst haar solistische bijdragen aan
door Mengelberg en Klemperer gedirigeerde orkestcon
certen te beluisteren, middels de opnieuw uitgebrachte,
mooi 'opgepoetste' opnamen.
Na haar (volgens velen te vroege) afscheid van het po
dium in 1953, ging zij na een uitgebreide rustperiode
opnieuw een rol in het Haarlemse muziekleven spelen,
namelijk als zangpedagoge aan het instituut waarover
haar broer, de pianist Piet Vincent, als directeur de
scepter zwaaide: de aan de Nieuwe Gracht gevestigde
muziekschool van Toonkunst, waarvan de vakopleiding
later is opgegaan in het hoofdstedelijke Sweelinck Con
servatorium.
Heel wat anecdotes uit die periode doen bij leerlingen
en insiders nog over haar de ronde. Voor het overige
zou je voor wat extra persoonlijk gekleurde informatie
nog te rade kunnen gaan bij haar destijds in pocketvorm
verschenen boekje 'Zingend door het leven Ze schreef
het met assistentie van haar echtgenoot, de Overveense
huisdokter Bos (door haar in de wandeling 'Bosje' ge
noemd) en met de criticus Jos de Klerk als corrector.
Naderhand zou zij dit autobiografische werkje overigens
als nogal onvolledig en eigenlijk enigszins truttig betite
len.
Gedurende de oorlogsjaren waarin aanmelding bij de
(Nationaal-SocialistischeKultuurkamer ook voor uit
voerende musici verplicht werd, trok Jo Vincent zich
219